Gitaartabs leren lezen
Gepubliceerd op vrijdag 5 januari 2018
Gitaartabs lezen is niet alleen makkelijker maar ook intuïtiever dan het traditionele notenschrift. Tabs – ook wel tablatuur genoemd – laten in één oogopslag zien welke snaar je moet aanslaan en op welke positie je deze moet indrukken. Het is handig om te weten hoe het werkt, want het wordt gebruikt in uiteenlopende gitaar-leermethodes en songboeken, en op het internet. In dit blog leer je precies hoe je van gitaar-tabs moet spelen.
Inhoud
- Vooraf
- Basis
- Vingerzetting
- Aanslag
- Hammer-on
- Pull-off
- Trill
- Slide
- Oefening
- Bends
- Vibrato
- Ghost note
- Palm mute
- Pinch harmonic
- Links
Vooraf
Ten eerste: zoals gezegd, laten tabs zien welke snaar je moet aanslaan en op welke positie (vakje) je je vinger moet zetten. Maar wat tabs niet aangeven, is de lengte van een noot. Het ritme van het liedje of het loopje dat je wilt leren, moet je dus al kennen. Als je het originele nummer erbij houdt, bijvoorbeeld op YouTube, is dit meestal geen enkel probleem. Ten tweede: er bestaan ook tabs voor bassisten en drummers. In dit blog richten we ons echter specifiek op gitaar-tabs. Gitaar-tablatuur kan gebruikt worden voor zowel elektrische gitaar als akoestische gitaar, hoewel bepaalde speeltechnieken zich uiteraard meer lenen voor elektrisch dan voor akoestisch.
Basis
TAB-notatie bestaat uit zes horizontale lijnen, die elk staan voor een snaar op een rechtshandige gitaar. De bovenste lijn op de tab geeft de dunste snaar van de gitaar weer, de onderste lijn de dikste. De linkerkant is waar de kop zich bevindt en rechts de brug. Met andere woorden: tabs geven de zes gitaarsnaren weer, zoals je die ook ziet wanneer je tijdens het spelen omlaag naar de hals van je gitaar kijkt.
Links naast iedere lijn staat een letter. Deze geeft de stemming weer van de betreffende snaar. De standaard stemming voor een gitaar is EADGBE, gemeten vanaf de dikste snaar tot de dunste. De letter is dus ook meteen de toon die een snaar laat horen wanneer je deze los aanslaat. Een snaar die aangeslagen wordt zonder een fret in te drukken, noemen we een ‘open snaar’. In bovenstaand voorbeeld is de standaard stemming/tuning gebruikt.
Bij elke gitaartab wordt helemaal bovenaan aangegeven in welke stemming je je gitaar moet stemmen. In de meeste gevallen is dit standaard (EADGBE dus), maar soms ook een halve of hele toon en zelfs meerdere tonen lager. Er zijn tevens stemmingen waarbij je één of meerdere snaren anders stemt, zoals ‘drop-D’ (DADGBE) of ‘DADGAD’. We gaan nu echter uit van een normale stemming. Om je gitaar nauwkeurig te kunnen stemmen, gebruik je een stemapparaat.
Hierboven zie je een voorbeeld van hoe gitaartabs zijn ingevuld. Je leest en speelt altijd van links naar rechts. De getallen op de lijnen verwijzen naar de vakjes (posities) op de toets van je gitaar. In het voorbeeld moet je voor de eerste noot de D-snaar indrukken op de twaalfde positie. Oftewel het vakje tussen de elfde en twaalfde fret (dit zijn de verticale metalen strips op de toets van je gitaar).
Wanneer er meerdere getallen boven elkaar staan, betekent dit dat die snaren en die posities op hetzelfde moment bespeeld moeten worden. Je hoort dan meerdere tonen tegelijkertijd, oftewel een akkoord, zoals het E-akkoord in de onderstaande afbeelding.
In dit akkoord zie je een aantal keren het getal 0 staan. Dit staat voor een open snaar. Je slaat deze snaar dus los aan zonder je vinger op de toets te zetten.
Vingerzetting (linkerhand)
Met alleen de snaar en positie kun je nog niet veel. Om aan te geven welke vingers je moet gebruiken bij het indrukken van de snaar, worden er vaak bovenaan de tabs de getallen 1 tot en met 4 weergegeven. Deze verwijzen naar de wijsvinger (1), middelvinger (2), ringvinger (3) en de pink (4).
Aanslag (met plectrum)
Nu je precies weet welke vingers je moet gebruiken en waar je deze moet neerzetten, is de volgende stap je aanslaghand. We gaan ervan uit dat je een plectrum gebruikt. Met dit plectrum kun je een snaar op verschillende manieren aanslaan. Om vloeiend te kunnen spelen en vermoeidheid van de aanslaghand te voorkomen, dien je verschillende tonen omhoog of omlaag aan te slaan. Bij simpele ASCII-tabs – zoals je ze vaak op het internet vindt – wordt dit onderaan weergegeven in de vorm van een ‘d’ voor down stroke (omlaag) en ‘u’ voor up stroke (omhoog).
Formele gitaar-tablatuur zoals op bladmuziek en in gitaartijdschriften maakt veelal gebruik van onderstaande notatie, waarbij het ‘vlaggetje’ voor down stroke staat en de v voor up stroke. De poten van de v wijzen immers omhoog en die van het vlaggetje omlaag. Soms wordt het vlaggetje ook wel vervangen door een ^.
Met de bovenstaande informatie kun je nu simpele gitaartabs gebruiken om zelf te leren gitaarspelen. Wanneer je gaat oefenen, zul je echter al snel zien dat er in de praktijk nog veel meer tekens voorkomen op tabs. Hieronder gaan we verder in op hoe je bijvoorbeeld hammer-ons, pull-offs, trills, slides, bends, vibrato, dead notes en palm mute kunt lezen vanaf tabs.
Hammer-on
Wanneer je een gitaarloopje (riff) op tab hebt, is de kans groot dat je tussen de getallen de letter ‘h’ ziet staan. Dit staat voor ‘hammer-on’. Bij een hammer-on speel je een toon zonder de snaar aan te slaan. In plaats daarvan ‘hamer’ je met een vinger van je ándere hand krachtig op de snaar. Een hammer-on komt dan ook vrijwel altijd na een eerder aangeslagen toon.
In het voorbeeld hieronder zie je 7h9 staan. Het is de bedoeling dat je eerst de zevende positie op de G-snaar indrukt en op de normale manier aanslaat met je aanslaghand. Vervolgens hamer je met een andere vinger (van de andere hand) op de negende positie van dezelfde snaar en houd je de eerste vinger nog steeds ingedrukt. In dit geval zet je eerst de wijsvinger (1) neer, sla je aan, en doe je tot slot de hammer-on met de ringvinger (3). Voor wie het al vergeten is: het vlaggetje onderaan de tab betekent een ‘down stroke’, oftewel een aanslag omlaag
De bovenstaande gitaarnotatie wordt voornamelijk gebruikt bij ASCII-stijl tabs. Dit zijn de tabs die vaak gemaakt zijn in kladblok of Wordpad en zijn te herkennen aan de gestippelde horizontale lijnen. Bij formele tabs zoals op bladmuziek en in gitaartijdschriften wordt een hammer-on ook wel aangegeven met een gebogen lijn over de eerste en gehamerde toon.
Pull-off
Bij gitaartabs kom je ook vaak de letter ‘p’ tegen. Deze staat voor pull-off. Dit is in feite het tegenovergestelde van een hammer-on, maar is wat lastiger om vloeiend uit te voeren. Een pull-off betekent dat je je vinger van de snaar af trekt. Het begint dan ook bij een toon die je op de normale manier indrukt en aanslaat. Vervolgens trek je de vinger waarmee je de toon hebt ingedrukt omlaag (evenwijdig aan de frets, ofwel: richting je voeten) tot de snaar van onder je vingertop glipt. In het voorbeeld hieronder gaan we uit van dezelfde vingerzettingen en posities als bij de hammer-on. Je slaat dus de snaar op de normale manier aan met je ringvinger (3) op de negende fret, terwijl de wijsvinger (1) al klaarstaat op de zevende fret. Met de ringvinger (3) doe je de pull-off vanaf de negende fret, waarna de toon van de zevende fret klinkt. (Het kan natuurlijk ook zijn dat je een pull-off doet naar een open snaar. In dat geval hoef je maar één vinger klaar te zetten.)
Bij formele tabs wordt een pull-off net zoals een hammer-on ook wel aangegeven met een gebogen lijn over de eerste en tweede toon. Doordat je altijd van links naar rechts leest, kun je zien of het om een pull-off gaat als de tweede toon lager is dan de eerste.
Uiteraard zijn er ook combinaties van hammer-ons en pull-offs. De truc is daarbij dat je alles in één soepele beweging doet. Zoals met alles geldt: oefening baart kunst. Het volgende voorbeeld toont een hammer-on met daaropvolgend een pull-off.
Trill
Bovenstaande combinatie van hammer-ons en pull-offs zou je oneindig lang kunnen spelen door dezelfde beweging te herhalen. Het vereist echter wel de nodige kracht in je vingers om de tonen zo luid te laten klinken als wanneer ze zijn aangeslagen met een plectrum. Wanneer je een dergelijke opeenvolging van hammer-ons en pull-offs tussen twee tonen op één snaar heel snel uitvoert, spreekt men van een ’trill’. Dit wordt bij formele tabs veelal bovenaan weergegeven als tr ~~~~~~~~~.
Slide
Veel voorkomende symbolen bij ASCII-tabs zijn de forward slash / en de backslash \. Deze schuine strepen geven aan dat je een toon omhoog of omlaag moet schuiven over de toets van je gitaar. De / geeft aan dat je vanuit een bepaalde toon omhoog schuift naar een hogere toon op dezelfde snaar. De \ geeft het tegenovergestelde aan. Let er bij het schuiven op dat je druk blijft uitoefenen op de snaar, zodat de eindtoon en alle tussentonen nagenoeg even luid klinken als de eerste aangeslagen toon.
In het onderstaande voorbeeld slaan we de eerste toon aan (zevende positie op de G-snaar) en schuiven we omhoog naar de negende positie op dezelfde snaar.
Bij een slide omhoog met vervolgens een slide omlaag zien we meestal de onderstaande notatie. Er is hier gekozen om de slide omlaag te beginnen met een up stroke (aanslag omhoog), waardoor het getal 9 twee keer is afgebeeld.
Bij een slide omhoog met direct in één beweging een slide omlaag, wordt vaak net zoals bij de hammer-on en pull-off slechts één aanslag gebruikt. Het geheel klinkt hierdoor een stuk vloeiender. Een dergelijke beweging wordt dan als volgt weergegeven:
Een slide wordt ook wel eens aangeduid met de letter ‘s’. En net als de gebogen lijn bij de formele notatie van een hammer-on en pull-off, geeft ook hier de volgorde van getallen aan of de slide omhoog of omlaag gaat.
De formele notatie van een slide is eveneens een schuine streep naar rechts of naar links. Echter, aan de hoek en de lengte van de streep kun je hier bovendien enigszins de duur van de slide bepalen. Hoe vlakker en langer de streep, hoe langzamer de slide gaat.
Zowel bij de ASCII- als de formele gitaartabs worden de slashes en schuine strepen ook gebruikt om een slide vanuit een onbepaalde toon aan te duiden. Voor of na de streep wordt dan geen getal getoond. Het is dan aan de gitarist de keuze vanaf welke positie de slide begint, of op welke positie de slide eindigt. Meestal wordt een dergelijke slide over een vijftal frets uitgevoerd. Het ziet er dan zo uit:
Oefening
Nu we de hammer-on, pull-off, trill en slide hebben bekeken, gaan we alles nog eens even in de praktijk brengen. Het volgende voorbeeld is een blues-stijl riff in een pentatonische A-toonladder. Denk hierbij tevens aan de vingerzetting en aanslag, die we hierboven hebben behandeld.
Tip: de drie noten op de zevende positie vlak voor de trill zijn het gemakkelijkst te spelen met de ringvinger plat over de D- en G-snaar. Dus niet de vinger optillen.
Als referentie bij het oefenen kun je gebruikmaken van de volgende twee audiobestanden:
– riff op halve snelheid
– riff op volle snelheid
Dit loopje is slechts een simpel voorbeeld van wat er allemaal aan tabs is te verkrijgen op het internet. Van enkele riffs tot volledige songs van je favoriete band of muzikant, met tabs was gitaarspelen nog nooit zo gemakkelijk!
Neem bijvoorbeeld eens een kijkje op Gitaartabs.nl. Op deze website heb je als absolute beginner, amateur of gevorderde de juiste tools in handen om de basis te leren van het gitaarspelen of je techniek verder te verbeteren. De online gitaarlessen worden verzorgd door gecertificeerde conservatoriumdocenten. Door middel van duidelijke video-instructies worden je stap voor stap alle kneepjes bijgebracht om je instrument beter te leren bespelen. Meld je aan voor een gratis Basis Gitaartabs-account en je krijgt al toegang tot ruim 250 gratis online gitaarlessen en tabs voor de elektrische- en akoestische gitaar. Er is echter ook een Gitaartabs+ (Plus) account waarmee je direct toegang krijgt tot alle beschikbare en toekomstige (video) gitaartabs-lessen.
Bends
Wat is een bend?
Een ‘bend’ is afgeleid van ‘pitch bend’, oftewel het verbuigen van de toonhoogte. Door een snaar evenwijdig aan de frets omhoog te duwen of omlaag te trekken met je vingertoppen, kun je een toon geleidelijk hoger laten klinken. Dit wordt ook wel ‘opdrukken’ genoemd en gebeurt meestal tot een halve of hele toon. In heel expressieve solo’s komen nog wel eens bends van twee hele tonen of meer voor. Dit vereist echter meer kracht in je vingers (zie ook de tip hieronder).
Bend up
De meest voorkomende gitaarnotatie voor een bend bij ASCII-tabs is een kleine letter ‘b’ achter de fret die moet worden opgedrukt, gevolgd door een cijfer. Dit cijfer staat voor de fret met de toonhoogte die je wilt bereiken met het opdrukken. Bijvoorbeeld, 7b9 betekent dat je de zevende fret zover moet opdrukken, dat deze in toonhoogte hetzelfde klinkt als de negende fret op dezelfde snaar. Minder voorkomend is dat het tweede cijfer tussen haakjes staat en dat de b eventueel ook wordt weggelaten. Men gebruikt ook wel eens een ^ om een bend aan te geven, met of zonder cijfer erachter.
Tip: plaats je ringvinger op de toon die je wilt gaan opdrukken en gebruik gelijktijdig je wijs-, middel- en ringvinger om de snaar op te drukken. Zo heb je meer kracht dan met alleen één vinger.
Bij formelere gitaartabs, zoals in bladmuziek en in gitaartijdschriften, wordt een bend ook wel aangegeven door middel van een gebogen pijl omhoog. Hierbij staat bij het uiteinde van de pijl een ‘1/2’ voor als er een halve toon opgedrukt moet worden en het woordje ‘full’ of een ‘1’ voor een hele toon.
Release
Wanneer je een opgedrukte toon weer terug laat komen naar zijn beginstand, noem je dit een release. In ASCII-tabs wordt dit aangegeven met een ‘r’. Vaak komt een release vlak na een bend. Dit voer je dan in één beweging en met één aanslag uit. Volgens het onderstaande voorbeeld moet je dus de G-snaar op de 7e fret opdrukken tot je de toonhoogte van de 9e fret hebt bereikt én weer terug laten komen tot zijn oorspronkelijke positie. Als je tussen het opdrukken en loslaten ook moet aanslaan, wordt het middelste cijfer twee keer aangegeven.
Bij formele tabs zouden bovenstaande voorbeelden er zo uit komen te zien:
Wie goed heeft opgelet, heeft onthouden dat de zwarte vlaggetjes onderaan een ‘down stroke’ betekenen. In het laatste voorbeeld sla je dus twee keer omlaag aan. Het getal bovenaan geeft de vinger weer die je moet gebruiken, in dit geval de ringvinger (3).
Pre-Bend
Door alleen een release uit te voeren zonder een bend, kun je erg sfeervolle effecten creëren. Je zult hiervoor eerst de snaar onhoorbaar moeten opdrukken, dus zonder aan te slaan. Deze techniek noemt men een ‘pre-bend’ en is een stuk moeilijker dan het lijkt. Je moet immers kunnen aanvoelen hoe hoog je moet opdrukken om de juiste begintoon te krijgen. Bij een bend kun je naar de toon toe buigen totdat je hoort dat de juiste toonhoogte is bereikt. Maar bij een pre-bend moet je hem gelijk al op de juiste hoogte klaar hebben staan voordat je de snaar aanslaat. Hieronder zie je de ASCII- en formele notatie van een pre-bend.
In het bovenstaande voorbeeld staat dat je de 7e fret moet opdrukken tot de toon van de 9e fret. In dit geval is dit dus een hele (full) toon. Dit is echter nog maar het halve verhaal. Doordat je niet aanslaat, produceert een pre-bend namelijk nooit geluid. Je gebruikt de pre-bend zodoende alleen in combinatie met een release. In ASCII- en formele tabulatuur ziet een pre-bend + release er als volgt uit:
Vibrato
Net als bij zangers en zangeressen, kun je je als gitarist met jouw vibrato-techniek onderscheiden van andere gitaristen. Bij een vibrato laat je de toon op en neer gaan door een reeks van kleine bends uit te voeren. Dit doe je door lichtjes je snaar omhoog en omlaag te bewegen, evenwijdig aan de fret. Hoe groter de beweging, hoe dramatischer het effect. Ook de snelheid van je vibrato heeft invloed op het effect. Een te langzame vibrato haalt de snelheid uit je muziek en een te snelle vibrato kan al gauw gaan irriteren. De ideale vibrato bouw je op door langzaam te beginnen en wat sneller te eindigen.
In ASCII-tabs wordt een vibrato vaak aangegeven als een ‘v’ achter het cijfer of als ‘~~~’ bovenaan de tabs boven het cijfer. Dit laatste wordt ook gehanteerd bij formele tabs.
Let op: de vibrato aangegeven met golfjes is gemakkelijk te verwarren met de ’trill’ die we hierboven hebben besproken. Deze trill heeft echter nog een ’tr’ voor de golfjes staan (tr~~~~).
Uiteraard kun je ook een vibrato uitvoeren tijdens een bend. Dit is niet alleen fraai om te horen, maar het maakt het opdrukken ook gemakkelijker doordat je om de toon heen vibreert. Ideaal als je bends niet altijd ‘spot-on’ zijn. Een bend met vibrato kan er in ASCII-tabs als volgt uitzien:
Bij formele gitaartabs ziet een bend van een halve en hele toon plus vibrato er dan zo uit:
Ghost note
Een ‘ghost note’ – ook wel ‘dead note’ genoemd – is een toon die je niet of nauwelijks hoort. Het is eigenlijk meer een percussieve klank die wordt gecreëerd door een snaar niet volledig in te drukken tegen de fret. Je dempt dus als het ware de snaar met je vinger. Solo’s of slagjes waar hele korte pauzes in zitten kun je met deze ghost notes opvullen, om de snelheid en de beweging van je slaghand aan te houden. Je kunt ook één of meerdere vingers plat leggen over alle snaren en deze vervolgens in een bepaald ritme aanslaan. Denk maar eens aan de intro van Voodoo Chile, waar Jimi Hendrix dit doet met een wah wah-pedaal. Of de percussieve slagjes tussen de akkoorden van Smells Like Teen Spirit van Nirvana. Zowel in ASCII- als in formele tabs wordt een ghost note aangeduid met een kleine letter ‘x’ of hoofdletter ‘X’.
Soms zie je ook wel een aantal kruisjes schuin boven elkaar staan op verschillende snaren. Deze dien je in één beweging met je plectrum aan te slaan. We spreken dan van een ‘rake’. In ASCII- en formele tabs wordt dit als volgt aangeduid:
Palm mute
Je kunt je snaren ook dempen met de handpalm van je aanslaghand. Deze techniek noemen we dan een ‘palm mute’. Hierbij laat je de zijkant van je hand op de snaren rusten tijdens het aanslaan. Hoe dichter je je hand bij de brug legt, hoe meer de toonhoogte hoorbaar wordt. Palm mutes worden veelal gebruikt bij zwaar gedempte ‘power chords’ op gitaar. In ASCII-tabs wordt een palm mute vaak aangegeven met een kleine ‘x’ voor de noot die je moet aanslaan, of met p.m.——I bovenaan de tab. Deze laatste notatie wordt ook gebruikt bij formele tabs.
Pinch harmonic
Om bepaalde tonen bij solo’s en riffs een agressief randje mee te geven, kun je zogeheten ‘pinch harmonics’ toepassen. Hierbij creëer je een kunstmatige boventoon met je plectrum en je duim. Je dient hiervoor je plectrum slechts een klein stukje uit te laten steken tussen je duim en wijsvinger. Wanneer je vervolgens aanslaat zal de snaar langs het puntje van je duim glippen, wat een hoge toon tot gevolg heeft. Een pinch harmonic wordt in ASCII-tabs veelal weergegeven als een getal tussen scherpe haakjes <>. In formele tabs kan het op verschillende manieren worden aangegeven: als een getal in een driehoek, als P.H.—-I of met alleen P.H. bovenaan de gitaartab ter hoogte van de toon.
Dit brengt ons aan het einde van dit blog over gitaartabs lezen. Wil je zelf gaan experimenteren met het maken van tabs, kijk dan bijvoorbeeld eens naar de Guitar Pro tablatuur-software van Arobas Music. Veel succes en vooral veel plezier bij het leren of het maken van nieuwe nummers met tabs!
Zie ook
> Gitaar-leermethodes & Songboeken
> Gitaren & toebehoren
> Tablature-software
> Plectra
> Gitaarsnaren
> Stemapparaten
> Muziektheorie & Noten leren lezen: je vindt het hier!
> Noten leren lezen: C-majeur toonladder
> Noten leren lezen: mineur-toonladder en toonsoorten
> Noten leren lezen: ritme, tempo en maatsoort
> Akkoorden: theorie en akkoordsymbolen
@Jeroen
Dat klopt helemaal en is nu aangepast! Dank!
Maar… Een E-akkoord speel je toch niet alleen op een D snaar? Volgens mij staat de vingersetting precies verkeerdom; moet verticaal ipv horizontaal. Toch?
Hallo,
even een correctie bij de laatste afbeelding over up en downpicking.
De v is uppicking en het vlaggetje voor downpicking.
cool