De liefde voor vintage: een modegrill? Misschien wel. Maar of dit ook geldt voor de liefde van muzikanten voor vintage, dat valt te betwijfelen. Vintage instrumenten, of in ieder geval hun sound, zetten nog steeds hun handtekening in veel muziekproducties. Dat geldt zeker ook voor vintage keyboards, zoals de Rhodes, Hammond, Wurlitzer, Yamah CP, Pianet, Clavinet en Mellotron. Deze klassiekers onder de elektronische toetsinstrumenten zijn eigenlijk nooit weggeweest.

Vintage toetsinstrumenten: nooit weggeweest

In ieder keyboard

Ze zitten in ieder keyboard: de sounds van vintage toetsinstrumenten. De Fender Rhodes, de Wurlitzer, de Hohner Clavinet, de Hohner Pianet, de Yamaha CP piano, de Mellotron, de Hammond en de vintage synthesizer-geluiden. Alleen heten ze dan niet zo, vanwege de rechten die op die namen berusten. Dan heten ze bijvoorbeeld Electronic Piano, E. Piano, Rhody, Wurly, Drawbar Organ, Jazz Organ en ga zo maar door. Afhankelijk van de kwaliteit van het keyboard klinkt de kopie variërend van heel goed tot heel beroerd en alles wat daartussen ligt. De huidige keyboards, en dan vooral de professionele keyboards, benaderen de originele sounds heel dicht. Maar het blijft wel digitaal en de ware puristen onder de liefhebbers van vintage instrumenten prefereren daarom toch vaak het origineel. Als muzikant haal je je daarmee wel wat op de hals, want veel van die vintage toetsinstrumenten zijn groot, onhandig en zwaar. Een Hammond B3 bijvoorbeeld kun je niet in je eentje tillen. Bovendien hoort daar standaard ook nog een grote Lesliebox bij. Het is geweldig om als band zo’n instrument erbij te hebben, maar weet wel wat je je op de hals haalt. Om praktische en veelal ook financiële redenen kiezen veel toetsenisten daarom voor een digitaal alternatief. Bovendien heb je daarmee vaak meerdere goede vintage sounds in één instrument, dat bovendien MIDI-compatible is, op de computer kan worden aangesloten en vaak ook nog andere praktische, maar ook muzikale voordelen biedt. De ontwikkeling staat niet stil; de vintage klanken in digitale instrumenten worden steeds beter en geven de muzikant een beleving die heel dicht het origineel benadert. Hoe dan ook, speel eens op een authentiek vintage instrument en ervaar de kick. Op de een of andere manier is het voor veel toetsenisten toch een andere ervaring dan achter een digitale variant. Natuurlijk valt daarover te discussiëren, maar daarover gaat dit artikel niet. Of je nu kiest voor het origineel of een digitale vervanger, de roots blijven dezelfde. Er is een rijtje vintage toetsinstrumenten dat de afgelopen decennia een duidelijke handtekening heeft gezet op een ontelbaar aantal popnummers. En dat nog steeds doet. Laten we deze instrumenten eens nader bekijken.

Piano en klavecimbel

Hoe ver kun je teruggaan? Eigenlijk heel ver. De roots van veel vintage toetsinstrumenten liggen bij piano en zijn voorlopers. En die piano, de akoestische wel te verstaan, wordt nog steeds volop gebruikt in de popmuziek en aanverwante. Dat is zeker te danken aan zijn veelzijdigheid, want de piano is in te zetten in vrijwel iedere denkbare muziekstijl. De piano is een snaarinstrument, waarin de klank wordt opgewekt door het slaan van een hamertje tegen een snaar. Een vroege voorloper van de piano was de hakkebord (Engels: hammered dulcimer), een citer waarop snaren zijn gespannen die worden gehamerd met zogeheten mallets. In de Middeleeuwen zijn er meerdere pogingen gedaan om een instrument te ontwikkelen waarmee je via toetsen de snaren kon beroeren. Dat heeft geresulteerd in onder meer het klavecimbel, dat in de 17de eeuw veel werd gebruikt. In het klavecimbel worden de snaren getokkeld door middel van een pennetje, zoals je een harp of gitaar bespeelt. Het klavecimbel heeft een belangrijke beperking: je kunt maar op één volume spelen, waardoor je weinig mogelijkheden hebt qua dynamiek. Bovendien kun je op een klavecimbel geen lange noten spelen (sustain), omdat het geluid snel wegsterft. Vanuit onder meer het klavecimbel is de piano ontwikkeld, die rond 1700 als de pianoforte werd geïntroduceerd: de ‘oerpiano’. De naam pianoforte duidde erop dat je met dit instrument zacht (piano) en hard (forte) kan spelen, dus met dynamiek. Dat komt door de techniek; een (met hard vilt beklede) hamer slaat tegen een snaar en komt vervolgens weer los van die snaar zodat deze doorklinkt (sustain). Een baanbrekende uitvinding, die de muziek in de eeuwen daarna enorm heeft verrijkt.

Fender Rhodes

De techniek en de (klank)eigenschappen van het klavecimbel en de piano zien we terug in de vintage toetsinstrumenten die hierop zijn gebaseerd. Die instrumenten zijn trouwens niet ontwikkeld door hun uitvinders omdat ze op zoek waren naar een nieuwe sound. Juist niet zelfs. De piano-achtige vintage toetsinstrumenten zijn in eerste instantie ontwikkeld als draagbaar en betaalbaar alternatief voor de zware, grote en dure piano (of nog erger de vleugel). Met de bedoeling dat ze in klank de piano benaderden. Dat dit laatste doorgaans niet helemaal lukte, is een geluk bij een ongeluk: een nieuwe sound werd geboren, met nieuwe mogelijkheden. Neem bijvoorbeeld de Rhodes. Vooral bekend als de Fender Rhodes, omdat de Rhodes een tijdlang door gitaarfabrikant Fender is geproduceerd en er zijn naam aan verbond. De Rhodes in de jaren veertig is ontworpen door de Amerikaan Harold Rhodes. Het werkingsprincipe benadert dat van de piano, met het verschil dat de Rhodes een soort stemvork aanslaat in plaats van pianosnaar. Deze stemvorken variëren in lengte om verschillende toonhoogtes te kunnen produceren. Het geluid dat deze vorken voortbrengen, is zwak. Daarom worden de trillingen via een pick-up (zoals in een elektrische gitaar) opgevangen en vervolgens versterkt. De inmiddels klassiek geworden Rhodes is voortgekomen uit de pogingen van Harold Rhodes om een hanteerbare en goedkope piano te ontwikkelen. Deze was bedoeld om, tijdens de Tweede Wereldoorlog gewond geraakte, soldaten gedurende hun herstel in het ziekenhuis piano te leren spelen. Dit eerste instrument is uiteindelijk doorontwikkeld tot een versie met 73 toetsen. Daarvoor zat nog de Fender Rhodes Piano Bass, een 32-toons instrument met het bereik van een basgitaar. Het is onder meer te horen in opnamen van The Doors. In de jaren zeventig was de Fender Rhodes razend populair. De sound van de Rhodes doet in de verte denken aan een piano, maar is heel eigen door zijn ‘mellow’, enigszins wollige karakter. Je kunt er bijvoorbeeld heel jazzy op spelen. In 1984 werd de Rhodes Mark V uitgebracht. Maar de Rhodes piano’s waren inmiddels ingehaald door de steeds veelzijdiger wordende synthesizers, zodat besloten werd de productie te staken. In de jaren daarna werden goed bespeelbare, niet-versleten Rhodes-piano’s steeds zeldzamer en daardoor duurder. Uiteindelijk werd in 2007 het instrument weer in productie genomen en werd de Rhodes Mark 7 geïntroduceerd. Ze zijn nu dus gewoon weer te koop, met de authentieke klankopwekking en sound, maar mechanisch beter (lees: prettiger speelbaar) dan hun voorlopers.

Wurlitzer

Qua sound enigszins verwant aan de Rhodes is de Wurlitzer, van dezelfde fabrikant als de bekende Wurlitzer jukeboxen. Door fabrikant Wurlitzer de ‘Electronic Piano’ genoemd (klopt eigenlijk niet, want het is een elektromechanische piano) en bij veel muzikanten bekend onder de koosnaam ‘Wurly’. Het meest gebruikte model is de Wurlitzer 200A. De verwantschap in sound met de Rhodes-piano komt door het enigszins vergelijkbare klankmechaniek. In een Wurlitzer slaan kleine hamertjes tegen stalen tongetjes aan. De trilling daarvan wordt opgepikt door een pick-up, om vervolgens te worden uitversterkt. De Wurlitzer is geproduceerd tussen 1955 en 1982. Hij heeft 64 toetsen (iets minder dan de Rhodes) en heeft het bereik van een vleugel zonder de laagste en hoogste octaaf. De sound van de Wurlitzer is iets puntiger en daardoor wat ‘funkier’ dan die van de Rhodes. De Wurlitzer is veel gebruikt door Supertramp, bijvoorbeeld voor het intro van Logical Song.

Hohner Pianet en Clavinet

Het merk Hohner (dat nog steeds mondharmonica’s en accordeons maakt) heeft twee klassiek geworden vintage toetsinstrumenten op de markt gebracht. In 1962 werd de Hohner Pianet geïntroduceerd, die qua klank enigszins de Rhodes en de Wurlitzer benadert, maar een minder sterk stempel op de popmuziek heeft gedrukt dan deze twee verwanten. Hohner produceert van oudsher mondharmonica’s en accordeons. Het belangrijkste onderdeel daarvan, de metalen tongetjes, gebruikte Hohner voor zijn Pianet. Het geluid wordt opgewekt door deze metalen tongetjes, waaraan als het ware wordt geplukt door kleefblokjes. Dit zijn stukjes leer, geïmpregneerd met een kleefstof, op schuimrubber blokjes. En ook hier weer pick-ups (net als op de elektrische gitaar) die de trilling opvangen en omzetten in het vriendelijke, ronde geluid dat kenmerkend is voor de Hohner Pianet. Helderder dan dat van de Rhodes, maar minder puntig dan dat van de Wurlitzer. Qua sound bekender dan de Hohner Pianet is de Hohner Clavinet, die eveneens begin jaren zestig werd geïntroduceerd. Wellicht is het nummer Superstitious van Stevie Wonder de bekendste hit ooit waarin de Hohner Clavinet een prominente rol speelt. In de Clavinet hamert een rubber dopje tegen een snaar, waarvan de trilling wordt opgenomen met pick-ups om vervolgens te worden uitversterkt. Het resultaat is een helder, kort en fel geluid. Zowel van de Hohner Clavinet als de Hohner Pianet werd de productie begin jaren tachtig gestaakt.

Yamaha CP-serie

Van alle hier besproken piano-gebaseerde vintage toetsinstrumenten is de Yamaha CP-serie wellicht degene die het dichtst bij de oorspronkelijke piano komt. Misschien ook wel logisch, want ook de klankopwekking benadert heel dicht die van de piano. De klankbron wordt gevormd door pianosnaren, die (net als in de piano) worden aangeslagen met hamers. Het grote verschil met de akoestische piano is het piëzo pick-up systeem in de Yamaha CP, dat de trilling van de snaren omzet naar klank. Dat is bijzonder praktisch voor toerende toetsenisten: de Yamaha CP is een compacte ‘draagbare’ vleugel, die niet ingewikkeld met microfoons uitversterkt hoeft te worden. En die door de registratie met pick-ups een eigen klank heeft. Overigens komt er ook akoestisch geluid uit de Yamaha CP, maar dat heeft een erg laag volume. Yamaha produceerde de CP-serie van midden jaren zeventig tot midden jaren tachtig. De bekendste modellen zijn de CP-70 en CP-80.

Hammondorgel

Tot zover de vintage toetsinstrumenten die zijn ‘gebaseerd’ op de piano en het klavecimbel. Er is nog een klassiek toetseninstrument, waarvoor ooit een elektrisch alternatief is bedacht dat uiteindelijk zijn eigen leven is gaan leiden. Al eeuwenlang zet het kerkorgel de toon in de kerkelijke muziek. Als er iets groot, niet-transporteerbaar en voor de meeste particulieren onbetaalbaar is, dan is dat het kerkorgel wel. Uitvinder Laurens Hammond ontwikkelde in de jaren dertig van de vorige eeuw een orgel met klankopwekking door een zogeheten toonwielgenerator, dat dienst zou kunnen doen als kerkorgel in de vele kleine kerken die Amerika telt. Het Hammondorgel heeft daar ook wel zijn plek gevonden, maar wist ook door te dringen in bijna alle andere denkbare muziekstijlen: jazz, blues, pop, rock, noem maar op. Dat komt vooral door de combinatie met een andere uitvinding: de Lesliebox, ontwikkeld door Don Leslie. In een Lesliebox wordt het orgelgeluid uitversterkt en rondgedraaid, dat het geluid levendig en vooral ruimtelijk maakt. Het Hammondorgel en de Lesliebox bleken een gouden duo te zijn, dat zich thuis voelt in zo’n beetje alle denkbare muziekstijlen. Hammond heeft veel verschillende modellen op de markt gebracht, ook elektronische orgels zonder de legendarische toonwielgenerator. Het beroemdste Hammond toonwielorgel is de Hammond B3, die vaak wordt gecombineerd met de Leslie 122 of 147. Hammond toonwielorgels worden niet meer gemaakt. In december 1974 verliet de laatste Hammond B3 de fabriek en werden er alleen nog maar elektronische orgels gemaakt. In 1986 werd de fabriek gesloten, in 1987 werd de merknaam gekocht door het Japanse concern Suzuki. De Hammondorgels van nu zijn gebaseerd op digitale technieken.

Mellotron

Waar je (net als het Hammondorgel) ook langgerekte tonen mee kunt maken, is de Mellotron. Met een Mellotron geef je opgenomen klanken weer. In dat opzicht zou je de Mellotron als de (mechanische) voorloper van de hedendaagse sampler kunnen beschouwen, met dit verschil dat je met de Mellotron geen opnames kunt maken en met een sampler wel. Bovendien kan een sampler het opgenomen geluid natuurgetrouw weergeven, terwijl de Mellotron kleurt en er iets ‘zwevends’ aan geeft. De Mellotron werkt met magnetische geluidsbanden, waarop de geluiden staan. Als je een toets indrukt, worden een aandrukrol en een magnetische leeskop tegen de band aangedrukt. Achter de banden draait een constant aangedreven as, waardoor de band langs de magneetkop loopt. De Mellotron heeft wel zijn beperkingen. Zo is voor iedere toonhoogte een aparte band nodig. En banden hebben speelduur van slechts zo’n acht seconden. Wil je een akkoord langer aanhouden, dan moet je een speciale speeltechniek gebruiken, genaamd de ‘walking spider’. De meest gebruikte sounds zijn strings, fluiten en koorklanken. De Mellotron is begin jaren zestig geïntroduceerd. Het model M-400 ut 1970 werd veel gebruikt in de progressieve en symfonische rock in die tijd. Omdat de Mellotron populair bleef in de pop en rock, is in 1999 de productie weer opgepakt en werd de Mellotron Mark VI geïntroduceerd. Net als de in 2005 geïntroduceerde Mellotron Mark VII is deze nog steeds in productie. De Mellotron M4000D (ook beschikbaar in mini-uitvoering) is een digitale variant, die op de markt is sinds 2009.

Analoge synthesizers

In een overzicht van belangrijke vintage toetsinstrumenten mogen de analoge synthesizers natuurlijk niet ontbreken. Maar, net als het Hammondorgel, zijn ze eigenlijk een onderwerp op zich en doe je ze in feite tekort door ze alleen in een overzichtsartikel te noemen. Want er is historisch, muzikaal en technisch te veel over te vertellen. Bovendien is er een groot aantal verschillende modellen, van verschillende fabrikanten, met ieder hun eigen karakteristieken en ze worden nog steeds gemaakt. We noemen er hier één: de Moog synthesizer, ontwikkeld door Robert Moog in de jaren zestig. Moog gebruikte hiervoor een andere nieuwe vinding: de transistor. Door de transistor konden elektronische apparaten veel compacter worden gemaakt dan de apparaten met de ‘oude’ buizentechniek. Daardoor kon Moog een synthesizer bouwen die, naast andere kwalitatieve eigenschappen, ook nog eens compact was. Vanaf de jaren zestig heeft de ontwikkeling van analoge synthesizers een vlucht genomen en hebben ze een onmiskenbaar stempel op de pop en rock gedrukt. Zie ook ons blog over de synthesizer.

Het is mooi om te zien (én te horen) dat vintage toetsinstrumenten nog steeds een prominente rol spelen in de muziek van nu. In een tijd dat we zo’n beetje alles digitaal kunnen maken en namaken, zijn nog steeds veel muzikanten ‘zo gek’ dat ze op sjouw gaan met de soms grote en moeilijk handelbare vintage instrumenten. Dat dit nog steeds gebeurt, zegt heel veel over deze instrumenten en hun muzikale waarde. Bovendien inspireren ze instrumentbouwers en fabrikanten om op basis van deze vintage instrumenten nieuwe instrumenten te ontwikkelen, die vaak ‘best of both worlds’ combineren, de authentieke vintage beleving gecombineerd met de veelzijdigheid en praktische voordelen van de instrumenten van nu.

In talloze hits

Het aantal popnummers waarin vintage toetsinstrumenten zijn te horen, is bijna oneindig. Hier een beknopt overzicht van een aantal klassiekers.

Fender Rhodes

De 32-tonige voorloper in veel nummers van The Doors (waarop toetsenist Ray Manzarek zijn baspartijen speelde), Get Back van The Beatles (met Billy Preston), Shake A Tailfeather in de Blues Brothers film (met Ray Charles), Goucho van Steely Dan, I’m Not In Love van 10CC, Daniel van Elton John, Streetlife van The Crusaders.

Wurlitzer

What I’d Say van Ray Charles, Logical Song, Dreamer en veel andere songs van Supertramp, You’re My Best Friend van Queen.

Hohner Pianet

She’s Not There van The Zombies, I Am The Walrus en The Night Before van The Beatles.

Hohner Clavinet

Superstition van Stevie Wonder, Trampled Under Foot van Led Zeppelin, Outa-Space van Billy Preston.

Yamaha CP

My Life van Billy Joel, Private Eyes van Hall & Oates, Oh Yeah van Roxy Music, Hold The Line van Toto.

Hammondorgel

A Whiter Shade Of Pale van Procol Harum, Child In Time van Deep Purple, No Woman No Cry van Bob Marley, Fire in de uitvoering van de Pointer Sisters, een woeste Hammondsolo in Stop van Sam Brown, de Nederlandse rockband The Wolff gebruikt een Hammond L100.

Mellotron

Het intro van Strawberry Fields Forever, strings in Space Oddity van David Bowie, Nights in White Satin van The Moody Blues en later in nummers van onder meer Guns N’ Roses, Oasis en Soundgarden.

Zie ook

» Stage piano’s
» Digitale home piano’s
» Drawbar-keyboards
» Keyboards

» Piano of keyboard leren spelen – Alles voor de toetsenist
» Jazz – Geschiedenis en kenmerken van een rijke muziekstijl
» De accordeon: populairder dan je denkt
» Hoe maakt een piano geluid?
» Akoestische piano of digitale piano – Wat moet ik kiezen?
» Wat zijn virtueel-analoge en hybride synthesizers?
» De drie piano-pedalen, waar dienen deze voor?
» De analoge synthesizer revival
» Wat is aanslaggevoeligheid?
» Piano-akkoorden spelen? Dit is de basis!
» Wat is het verschil tussen een keyboard en een synthesizer?
» Help! Mijn MIDI keyboard maakt geen geluid!
» Wat is het verschil tussen een keyboard en een digitale piano?

Geen reacties

Nog geen reacties...

Laat een reactie achter