Bassen op z’n best met Ashdown Engineering
Gepubliceerd op maandag 21 december 2015
De markante vleugels met daarop in sierlijk krullerig handschrift de woorden Ashdown Engineering; romantischer kan het haast niet. De basversterker- en pedalenbouwer wordt daarnaast vaak herkend aan de prachtig verlichte VU-meter die in de producten zit. Maar belangrijker nog is het geluid dat vaak wordt geroemd én voor iedereen beschikbaar is.
De man en zijn idee
Een halfuurtje rijden ten oosten van Londen ligt het kustplaatsje Heybridge. In dit typische Britse dorpje is Mark Gooday na zijn baantje als hoofdingenieur bij versterkerbouwer Trace Elliot zijn eigen basversterkers gaan bouwen. Hij nam de liefde en passie voor zijn vrouw, auto’s en natuurlijk muziek en begon zijn eigen bedrijf. De liefde voor muziek uitte hij met de versterkers, de liefde voor auto’s verwerkte hij in het logo door het te inspireren op het Austin-Healey-embleem en met de meisjesnaam van zijn partner was het merk voor high-end basproducten geboren: Ashdown Engineering.
De versterkers en speakerkasten die de hele familie Gooday in het begin thuis in de avonduurtjes maakt, worden meteen al geroemd om hun geluid en ontwerp. Veel bassisten lopen weg met het merk, dat zich in eerste instantie manifesteert met hoogwaardige, professionele producten. Later komen daar effectpedalen bij en mogen akoestisch gitaristen eveneens in hun handjes knijpen met een serie versterkers en pedalen. Ook elektrisch gitaristen konden in den beginne genieten van een echte Ashdown: de Peacemaker. Later werd dit ondergebracht in een zusterbedrijf met de naam Hayden, dat tot op de dag van vandaag buizenbakken maakt in alle soorten en maten. Bij Ashdown wilden ze intussen naast de pro’s een breder publiek aanspreken. Daarom introduceerde het bedrijf de Rootmaster-serie.
Mark Gooday, geestelijk vader van Ashdown Engineering
Werkpaarden
Gooday en zijn mensen snappen heel goed dat niet elke bassist een klein vermogen heeft om uit te geven aan het beste spul ter wereld. Maar ze snappen net zo goed dat goedkoop geen duurkoop hoeft te zijn. Sterker nog: ze hebben gekeken hoe ze zo goedkoop mogelijk een zo hoog mogelijke kwaliteit kunnen afleveren. Daarvoor hebben ze natuurlijk gekeken en geluisterd naar professionele gebruikers van Ashdown zodat de sound niet in het geding komt. Zo is de Rootmaster-reeks ontstaan: stijlvolle tops, combo’s en speakerkasten die opvallen dankzij prijs, ontwerp, uithoudingsvermogen en last but not least, sound.
Top of the bill
Aan een speakerkast alleen heb je niet veel, dus laten we eerst een kijkje nemen bij de versterker tops. Er zijn vier verschillende Rootmaster-heads op het moment, de RM-220, RM-420, RM-500 en de RM-800 waarbij de cijfers op het wattage duiden. Allemaal zijn ze even groot (313 x 225 x 78 mm) en bijna even zwaar (4 om 4.5 kg). Met andere woorden: deze top neemt u makkelijk onder de arm of over de schouder in de meegeleverde gewatteerde schoudertas mee naar elke gig. Eenmaal daar aangekomen hoef je niet bang te zijn dat hij onbruikbaar is, een blik op de achterzijde bewijst dat wel. Een speakon/jack-output, DI, send en return, line in en een footswitch-uitgang. Je kunt dus alle kanten op.
Nog belangrijker is natuurlijk de voorkant, het deel waarmee jij je goddelijke donder loslaat op iedereen die in de vuurlinie staat, zit of ligt. Voor nu verleggen we de focus naar de zwaardere twee: de RM-500 en -800. Ten opzichte van hun lichtere broertjes, is het frontpaneel geheel staalgrijs met uitsparingen in de linker- en rechterbovenhoek voor ventilatie. De VU-meter springt het meeste in het oog wanneer je de Rootmaster neerzet. Hierop kun je de sterkte van je signaal aflezen en met behulp van de in- en de output-knop afstellen zoals jij wilt. Het retro-ontwerp van de meter is toonaangevend voor het merk en zie je dus op bijna alle producten terugkomen. Sowieso is het een handig middel voor elke muzikant die een gebalanceerd geheel wil creëren.
De heilige graal
Het balanceren van je geluid doe je uiteraard niet alleen met de volumeknoppen. Schrik niet: de Rootmasters zijn uitgerust met elf draaiknoppen en vier drukknoppen. Elke regelaar levert een significante bijdrage aan het uiteindelijke geluid, dus laat je door die hoeveelheid vooral niet intimideren. Met de bovenste rij heb je een vijfbands EQ waarmee je de verschillende frequenties op je bas kunt verzwakken of juist versterken. Met de EQ in/out-knop kun je deze uitgebreide toonregelaar uitzetten, bijvoorbeeld als je het met een pedaal regelt. Met de shape-schakelaar kun je nog wat extra body toevoegen aan de mid-tonen; een mid-boost zou je het ook kunnen noemen.
In sommige baspartijen vallen bepaalde noten soms wat weg, bijvoorbeeld met slappen. Met de compressor-knop en -schakelaar kun je al je tonen hetzelfde niveau geven waardoor elke noot helder door de mix snijdt. Maar je wilt natuurlijk niet altijd een clean, braaf geluid, niet elk liedje is daar voor gemaakt. Met de drive-regelaar en -knop kun je je geluid een subtiel randje geven, laten brullen en helemaal open heb je een rechtgeaarde basfuzz. Naast deze drive, zit een draaiknop met de tekst ‘sub’ eronder. Hiermee kun je extra laag gaan. Hij voegt onder de noot die jij speelt, een octaaf lager toe. Zeker in combinatie met de drive kun je zo een extra dikke sound uit de Rootmaster toveren die je beide met een footswitch makkelijk aan- en uit kunt zetten. Check ook even het filmpje hieronder met bassist en Ashdown-productspecialist E. Pruitt.
Kassiewijle?
Zo’n top is natuurlijk leuk, maar zonder cabinet eronder (of ernaast, net wat jij makkelijk vindt) heb je er niks aan. Ashdown heeft in dezelfde goedkopere Rootmaster-reeks ook een vijftal speakerkasten. Voor nu kijken we naar de RM-210T en de RM-410T. Zoals de namen al doen vermoeden, zijn deze twee uitgerust met respectievelijk twee en vier 10 inch speakers. Ook beschikken ze allebei over een tweeter voor de hogere frequenties. Zo kun je met deze kasten een groot gedeelte van je basgeluid tentoonspreiden: van 60 Hz tot 20 kHz. Ze zijn robuust gebouwd met een gesloten achterzijde zodat het geluid letterlijk naar voren wordt geduwd. De rubberen voetjes zorgen ervoor dat ‘ie niet van z’n plek trilt en met de handvatten is vervoeren geen groot probleem.
Bij de 210T kun je nog kiezen of je ‘m rechtop zet of op z’n kant legt, de 410T is vierkant en heeft daarom maar één onderkant met voetjes. Nu komt natuurlijk het leukste deel: inpluggen! Met de hierboven genoemde tops en kasten kun je een aantal stacks gaan bouwen. We beginnen met de lichtste (en tevens minst dure) combo: de Rootmaster RM-500 head met de Rootmaster RM-210T speakerkast. Bij de versterkertops wordt er een speakerkabel meegeleverd die je in de Speakon-output van je head stopt en de jack in het cabinet. Dit is eigenlijk de ideale beginnersset voor iedereen die ook het podium op wil. Zorg op dat moment in ieder geval voor een steekwagentje!
Je kunt de RM-410T met beide heads gebruiken, waarbij de voorkeur naar de 800 watt-versie gaat om zo voldoende headroom te houden. Kort gezegd is dit de speling om kleine pieken in het geluid te incasseren zodat het niet schadelijk is voor je speaker, versterker of het algehele geluid (clippen). Met de RM-800 ben je er van verzekerd dat ook grote podia geen probleem zijn. Uiteraard kun je ook gaan voor twee 210T’s; het geluid wordt hiermee nog beter verdeeld doordat de impedantie van je kasten nu lager is. Nu kun je pas echt hard blazen!
Tot bloedens toe
Oké, we hebben nu dus een toffe stack samengesteld, bas aangesloten en klaar om de dikste grooves eruit te gooien. Je hebt de FS-2 footswitch aangesloten om de drive en suboctaver te bedienen, je overige effecten in de effects loop gezet en alle knoppen staan op tien! Uh..zoals jij zelf wilt natuurlijk. Maar voordat je losgaat en je je verliest in je über-sound, wijzen we je graag op nog één te gekke feature. Er rest nog één knop op de Rootmaster die we niet behandeld hebben: de line mix. Het oefent namelijk een stuk makkelijker als je mee kunt spelen met een nummer. Met een 3.5 mm kabeltje kun je bijvoorbeeld je laptop aansluiten op je versterker. Zet het nummer aan dat je mee wilt spelen, regel met de line mix-knop hoeveel je van je song wilt horen en speel mee. Liefst totdat je vingers dan wel je oren bloeden.
Nog niet helemaal overtuigd van wat Ashdown kan, of wil je één van de andere Britse gevleugelde werkpaarden proberen? Kom bij ons langs en blaas jezelf omver!
Nog geen reacties...