Live-geluidstechnicus en band – Do’s en don’ts voor goede samenwerking
Gepubliceerd op woensdag 19 februari 2020
Een goede geluidstechnicus is onmisbaar voor live-optredens. Of het nu gaat om een eigen geluidsman/geluidsvrouw of een bedrijfje ter plaatse, de persoon achter de knoppen heeft de eindverantwoordelijkheid om de perfecte sound van de band te creëren. Als bandlid ben je echter medeverantwoordelijk. Hoe zorg je voor goede, constructieve samenwerking tussen de bandleden op het podium en de geluidstechnicus in de zaal?
- Beginnen met de drummer
- Dan volgt de bassist
- Vervolgens de gitarist
- En dan de toetsenist
- Tot slot de zanger
- Geluidstechnicus als extra bandlid: goed idee?
- Zie ook
Iedere geluidstechnicus heeft zijn eigen manier van werken. Dat merkt ook Willem De Rijdt, freelance sound engineer bij LiveMix. “Ondanks de verschillen tussen technici en firma’s, valt er toch een bepaalde structuur te herkennen in de manier van opstellen en soundchecken. Het is belangrijk dat de workflow van de band en de geluidstechnicus elkaar niet in de weg zitten. Je kunt als bandlid dus maar beter op de hoogte zijn van de do’s en don’ts op het podium.”
Beginnen met de drummer
De soundcheck begint steevast met de drums. Dit is niet alleen omdat een drumkit meestal het luidste akoestische instrument van de band is, maar samen met de bassist is de drummer de ritmische basis van de meeste muziekgenres. Willem: “Bij het soundchecken van de drums is het belangrijk dat de geluidstechnicus al de beoogde leadzang in het achterhoofd houdt. Op die manier kan hij het volume van de drum hier tegenover relatief checken. Ook moet hij al rekening houden met de adrenaline die een live gig met zich meebrengt. Het is bijna onvermijdelijk dat je als drummer harder gaat slaan tijdens het optreden dan tijdens de soundcheck. De geluidstechnicus zal tijdens de soundcheck dus genoeg headroom over moeten houden om die extra db’s op te vangen. Soms blijkt dit nog steeds onvoldoende, maar dan kan hij de show nog ingrijpen. Een soundcheck is nu eenmaal een beginpunt en geen statisch gegeven.” Onthoud steeds dat de geluidstechnici verantwoordelijk zijn voor het opstellen van de microfoons. Probeer als drummer nooit zelf je microfoons te verplaatsen, want dit kan funest zijn voor de sound. Als je iets hindert tijdens het spelen, dan kun je het beste aan de aanwezige technici vragen om de microfoons van positie te veranderen. Er zijn ook drummers die hun eigen microfoons meenemen, al gebeurt dit zelden. “Dit zie je eerder gebeuren in combinatie met een vaste geluidstechnicus”, vertelt Willem, “maar toch kan er een reden zijn om bijvoorbeeld een leuke vintage microfoon te gebruiken. Als de geluidstechnicus de microfoon niet kent, is de kans groot dat hij er een voor hem bekende microfoon naast zet als backup. Dit zal meestal wel gaan om het uitversterken van een specifiek onderdeel of met het oog op een heel concrete sound. Als het de standaard drumelementen betreffen die moeten worden uitversterkt, dan zal de PA-firma in 90 procent van de gevallen microfoons van een gelijkwaardig of hoger niveau bij zich hebben. Ook een subkickmicrofoon kan een interessante extra zijn. Een dergelijke microfoon is verantwoordelijk voor de extra lage bastonen van de kick, maar is erg stijl- en drumafhankelijk voor een goed resultaat. Een beetje een ‘hit or miss-speeltje’, dus die wordt meestal alleen gebruikt wanneer de geluidstechnicus vast voor de band werkt.”
Dan volgt de bassist
Na de drums is de bas logischerwijze het volgende instrument dat wordt gesoundcheckt. Willem: “De beste keuze blijft steeds een combinatie van DI met een dynamische microfoon. De sound van een DI is over het algemeen cleaner, dynamischer en hanteerbaarder dan die van een microfoon. Een microfoon daarentegen zorgt voor een kleuring, die uiteraard gewenst is als de juiste keuze wordt gemaakt. Een bassist kiest zijn amp voor een specifieke sound. Als geluidstechnicus probeer je die sound dan ook te respecteren en tot zijn recht te laten komen.” Moet er minimaal tweemaal een 15 inch luidspreker op het podium staan om een degelijk basgeluid neer te zetten? “Grote speakerboxen zijn er alleen voor de bassist zelf”, verduidelijkt Willem. “Het publiek heeft daar op zich weinig aan. Integendeel zelfs; vaak staat de box té dicht bij de bassist op het podium, waardoor die erg weinig hoort van zichzelf. Dit is uiteraard logisch, je knieën hebben nu eenmaal geen oren! Lage frequenties hebben een bepaalde afstand nodig om zich te ontwikkelen. Als gevolg daarvan krijgt het publiek de volle lading. Als je als bassist je bastonen onvoldoende hoort, probeer de speakers dan maar eens vijf meter van je af te zetten; je zal verbaasd staan! Indien er een fatsoenlijke PA aanwezig is, dan dient een basspeaker ook vooral om het podium te vullen. Durf deze dan ook voldoende te richten! Een 2×10 luidspekerbox is vaak meer dan voldoende en past vaak perfect naast je monitor. Alles wat meer of groter is, is zinloos of zelfs storend voor het publiek. Probeer ook niet te veel te experimenteren met stereo-opstellingen: een bas is op zichzelf mono, en het menselijke brein ervaart alles onder de 200 hertz sowieso als mono. Compleet nutteloos dus.”
Vervolgens de gitarist
Er ontstaat nogal eens wat discussie over wat het ideale volume is voor een gitaar op het podium. Voor de een kunnen de lampen van de gitaarversterker hun werk niet genoeg doen, anderen houden het op een lager volume en vullen hun eigen geluid aan met de monitors. Willem kiest voor een gematigd gitaarvolume op het podium: “Lampen moeten hun werk kunnen doen, maar vooral wanneer je oversturing op de eindtrap wil, zoals Jimi Hendrix. Bij een metalsound wil je dit vaak net niét in de eindtrap, dus kan je de amp beter rustig zijn werk laten doen. Dit is een nogal stijlgebonden gegeven. De echte oversturing begint ook pas op de hoogste niveaus: zo goed als geen verschil tussen een amp die op 3 of op 6 staat. De keuze van het wattage in een gitaarversterker hangt dus veel meer af van de gewenste sound dan van het volume. Wil je sneller oversturing, ga dan voor een kleinere amp die je stevig opendraait. Hou je het graag clean, kies dan voor meer vermogen. Naar volume moet je absoluut niet kijken! Wist je dat het verschil in volume tussen een 50 watt en 100 watt versterker die volledig open staat slechts 3 dB bedraagt? Een andere gitaar of andere speakers hebben vaak veel meer invloed op het volume.” “Een hele keten aan pedaaltjes is nooit een probleem, aangezien de onderlinge balans niet verandert van podium tot podium. Het belangrijkste is dat de klanken goed op elkaar zijn afgesteld, zodat de geluidstechnicus niet bij iedere switch moet ingrijpen. Ga zeker geen compressor op het einde van de keten zetten om je sounds te levelen! Gebruik een compressor alleen als tool voor het bereiken van een specifieke sound.”
En dan de toetsenist
De toetsenist is vaak het snelst klaar met soundchecken. Willem: “Uiteraard worden de toetsen in de meeste gevallen uitversterkt via 2 DI’s, maar pianoklanken zijn eigenlijk zowat de enige klanken die stereo moéten zijn. De rest is van minder cruciaal belang, tenzij je Pink Floydachtige klanken wil bereiken, maar dan kan je in de meeste gevallen best sowieso de voorkeur aan stereo geven. Het kan gebeuren dat de toetsenist een eigen amp meeneemt, maar meestal dient dit alleen als een persoonlijk monitor en aldus vrij overbodig. Doe je het toch, vergeet dan absoluut de DI’s niet vóór de amp te plaatsen in de keten. De enige reden om je synth toch door een amp met microfoons ervoor te jagen, is om een specifiek effect te creëren. Denk maar aan een Hammond door een leslie, of een Rhodes door een krakkemikkige gitaarversterker.” Willem herinnert er weer aan hoe belangrijk het is om te zorgen voor de juiste onderlinge volumebalans tussen de verschillende klanken. “Ook hier niet gaan spelen met compressie op het eindtotaal. Het levelen van verschillende synthklanken is huiswerk. Ga niet live het volume proberen aan te passen per klank, want dat kan fout uitpakken. Als je dan toch weet hoeveel je volume naar beneden of naar boven moet, probeer dit dan op voorhand in de klank te programmeren. Vaak zijn de toetsen een begeleidingsinstrument en zal de geluidstechnicus de neiging hebben om deze iets stiller in de mix te zetten. Dit is uiteraard helemaal stijlafhankelijk. In een band als Deep Purple zijn de toetsen dan weer zeer aanwezig. Als je niet met een vaste geluidstechnicus werkt, communiceer dit dan duidelijk aan de man achter de mengtafel of vermeld het alvast in je technische rider.”
Tot slot de zanger
De zang wordt over het algemeen als laatste gesoundcheckt. “Toch is dit het eerste wat ik behandel als ik begin te werken met een PA-systeem”, vertelt Willem. “Ik ga in eerste instantie zélf de leadvocal soundchecken. Dit heeft twee redenen: Aan de ene kant kun je als geluidstechnicus meteen een correct beeld vormen van de PA. Aangezien je normaal gezien het geluid van je eigen stem kent, heb je snel een goede referentie. Aan de andere kant kun je een bepaald volume gaan ‘presetten’. Daarmee bedoel ik dat de geluidstechnicus met zijn stem de grenzen van het systeem kan aftasten. Een vocaal gaat meestal als eerste last krijgen van feedback, aangezien dit doorgaans het luidste instrument in de mix is.” “Veel vocalisten kiezen voor een eigen microfoon. Wanneer het gaat om een gerespecteerde PA-firma is hygiëne op zich niet het belangrijkste punt: professionele firma’s reinigen hun microfoons continu. Of een microfoon bij je stem past, die vraag is essentieel. Er zijn te veel vocalisten die gewoon de raad van de verkoper opvolgen en een allround zangmicrofoon kopen, maar dat blijkt vaak niet de beste keuze in een live-situatie. Als je de investering doet, test verschillende microfoons grondig op voorhand in zo veel situaties als mogelijk. Uiteraard dient een soundcheck wel om dit tijdig te constateren; als een geluidsman denkt absoluut niet te kunnen werken met de klank wegens een niet geschikte microfoon, kan er last minute nog steeds over worden gecommuniceerd.”
Geluidstechnicus als extra bandlid: goed idee?
Er zijn verschillende redenen waarom een band voor een eigen geluidstechnicus kiest, maar volgens Willem De Rijdt is continuïteit één van de belangrijkste factoren. “Elke band heeft zijn eigen specifieke sound en die sound moet consistent zijn. Tenslotte wil je als band op elk optreden gelijkwaardig klinken. Niets zo vervelend voor de fans om iedere keer opnieuw te moeten wennen aan een ander geluid.” Ook vertrouwen is een belangrijke factor. “Weten dat er iemand achter de band staat die ervoor zorgt dat het publiek de juiste klank te horen krijgt, is weer een kopzorg minder. Hoe minder je als band over deze zaken moet stressen, des te meer zelfvertrouwen er kan zijn op het podium, wat steeds leidt tot betere performances. Twee maal winst dus.”
Kies om de juiste reden!
“De slechtste motivatie om te kiezen voor een geluidstechnicus is omdat het een vriend van de band is die erbij wil horen”, aldus Willem. “Een dergelijke keuze is vaak funest voor de klank én de vriendschap. Je laat een vriend toch ook niet je loodgieterij doen, enkel en alleen omdat hij vindt dat je een mooi toilet hebt en hij de ervaring heeft om erop te zitten. Geluidstechniek is een vak, waar kennis en kunde voor is vereist. Laat zo’n vriend eerder de functie van roadie vervullen. Zo kan hij ook mee backstage en kan hij bijleren, zonder dat dit de band negatief beïnvloedt.”
Extra bandlid
“Een vaste geluidstechnicus kent de band als zijn broekzak. Hij kent de set en de wensen van de band, en draagt zo niet alleen bij tot het comfort van de muzikanten, maar speelt ook een rol in het creatieve proces. Zo kan hij bepaalde effecten triggeren, meegaan met de drive van de set, weten waar de pieken zitten en daar klankgewijs mee naartoe groeien. Daarom is het ook belangrijk dat de technicus vaak aanwezig is op de repetities. Meestal gaat het om een tweetal repetities om de band te leren kennen en één of twee PA-repetities (dus op locatie met een volwaardige PA). Wanneer het om een coverband gaat, is het soms voldoende om de originele nummers te bestuderen. Ik ben vaak op zoek naar de typerende effectjes in het origineel om het allemaal wat ‘echter’ te laten klinken; de typische gated-reverb op een Phill Collins-snare, de phasing slapback op een Lenny Kravitz drumbus. Belangrijk is dat je sound er al staat zonder PA. De rest is eigenlijk slechts versterking en aanvulling. Je kan Bob Marley onmogelijk laten klinken als Tool. Ben je als band toch op zoek naar die sound, verlaat je dan niet op de geluidstechnicus, maar zorg zelf voor je gewenste sound!”
Fixen en mixen
Willem: “Onze job bestaat eruit de klank van de band technisch te vervolmaken. Pas als dat goed zit, kan er sprake zijn van een ‘muzikale bijdrage’. Ook hier ligt de grootste verantwoordelijkheid bij de band. Bij het mixen van een goede band is het vaak voldoende om de schuif open te duwen en het klinkt meteen subliem, maar bij andere bands moet je soms eindeloos aan de knoppen draaien om er iets aanvaardbaars van te maken. En dat merkt zelfs het publiek meteen. Hoe meer dingen de geluidtechnicus moet corrigeren, des te minder tijd er is om een creatieve mix neer te zetten. Het is belangrijk te weten dat je geen million-dollar-gear nodig hebt om een goede sound neer te zetten. Je hebt geen 26 Mesaboogies nodig om als Metallica te klinken. Achter de ‘wall of sound’ die je op het podium ziet staan, staat vaak een klein versterkertje met een microfoon ervoor. Toch is een minimum aan kwaliteit noodzakelijk: een microfoontje voor het ingebouwde speakertje van een Casio-keyboard kan echt niet.”
Geen budget?
Zijn bands zonder vaste geluidstechnicus dan gedoemd om slecht te klinken? “Ja en neen”, laat Willem weten. “Zelfs de beste geluidstechnicus kan een slechte band niet goed laten klinken. Een goede band maakt nog wel een kans met een minder ervaren technicus. Kun je fantastisch klinken zonder vaste geluidstechnicus? Misschien dat er zich een zeldzame gelegenheid voordoet waar de lokale geluidsman een echte pro is, maar in 85 procent van de gevallen mag je ervan uitgaan dat de headliners hun eigen technicus meebrengen en het voorprogramma dus wordt gemixt door het hulpje van de PA-firma, zodat die ook wat kan bijleren. In zo’n geval is het belangrijk dat de communicatie vlot kan verlopen. Te vaak wordt er een vodje papier naar de geluidstechnicus gegooid met daarop dat de band bestaat uit een drumstel, een bas en twee gitaarversterkers. Dat had hij ook kunnen weten door gewoon naar het podium te kijken! Zorg dat de technicus je bij naam kan noemen en bespreek eventuele voorkeuren of speciale effecten. Blijf vooral vriendelijk en beleefd, want de ervaring leert dat bands vaak een haat-liefde verhouding hebben met de technicus ter plaatse. Je mag dan wel stress hebben, de man achter de knoppen is de slechtst denkbare persoon om dit op af te reageren. Het doel van de technicus is net als het doel van de band om een zo goed mogelijke sound neer te zetten. Als er dingen worden gevraagd, zoals bijvoorbeeld de gitaarversterkers zachter te zetten, dan is dat niet om het optreden te verpesten, maar eerder omdat er in de zaal niks anders dan gitaar te horen is!”
Technische rider
Als je als band niet de luxe van een vaste geluidstechnicus hebt, dan is een technische rider nog belangrijker dan ooit. En daar sluipen vaak wat fouten in, vindt Willem. “Het meest vergeten wordt de bandnaam, ironisch genoeg. Het is niet voldoende om alleen in de naam van de pdf-file je band te vermelden, want na het uitprinten hebben we daar niets meer aan. Probeer een rider steeds zo overzichtelijk mogelijk te houden. Begin met de priklijst, eventuele fx-returns en microfoonsuggesties, al zal je het als niet-headliner toch vaak moeten doen met hetgeen er voorhanden is.“ “Markeer speciale dingen of vermeld apparatuur die je zelf meebrengt. Wat absoluut niet interessant is, is welk statief je waar wil, of met welk merk van snaren of gitaar je speelt. Ook een stageplan kan handig zijn om voor snellere stagewissels te zorgen, maar probeer je hier dan ook aan te houden. Bovenal, zorg ervoor dat je rider up-to-date is. Het is nooit een slecht idee om bij een geluidstechnicus advies te vragen omtrent het uitwerken van een goede technische rider.”
Compromissen
Wanneer je in een live situatie werkt, dan zul je steeds compromissen moeten sluiten. “Het grootste compromis is meestal ten opzichte van de akoestiek van de zaal. Je kan er tegen vechten, maar je zal er uiteindelijk toch in moeten werken. Ook de voorziene geluidsinstallatie kan voor problemen zorgen, maar ook hier heeft een vaste geluidstechnicus dan weer zijn functie. Enkele dagen voor elke show neem ik contact op met de aanwezige geluidsfirma om te weten wat er voorhanden is en hoe het er zal staan. Dat geeft de kans om nog de nodige correcties aan te laten brengen om zo het stressniveau weer wat te laten dalen. Een eigen geluidstechnicus is in dat opzicht een buffer tussen de PA-firma en de band. Waar een aanwezige geluidsman voor de firma werkt, werkt een vaste technicus voor de band. Zo zal deze veeleisender zijn naar de firma toe, vaak genoeg om net dat beetje extra te kunnen doen.”
Affiniteit is alles!
“Een geluidstechnicus hoéft de nummers helemaal niet te kennen om een goede mix af te leveren. Een muzikaal gevoel hebben is echter wel cruciaal. De geluidstechnische extraatjes kunnen leuk zijn, maar onnodig om een gevoel over te brengen. Als technicus ben je hier echter opnieuw voor 100 procent afhankelijk van de band. Je mag zo muzikaal mixen als je wilt, als er geen gevoel van het podium komt, kun je het er ook onmogelijk in-mixen.“
Zie ook
» Band op het podium – 7 tips voor een betere live-sound
» Fantoomvoeding nodig? Hier moet je op letten
» Wat NIET te doen als live-geluidstechnicus
» Brom, en hoe ik het voorkom
» Hoe omgaan met slecht monitor-geluid op het podium?
» 5 tips voor efficiënt kabelmanagement
» Hoe voorkom je kabelbreuk?
» Speakers en versterkers: het verschil tussen 2, 4, 8 en 16 ohm
» Wat is een elektret-microfoon?
» Hoeveel watt? – De waarheid over speakers en vermogen
» Gebalanceerde en ongebalanceerde aansluitingen uitgelegd
» Het verschil tussen dynamische en condensator-microfoons
» In-Ear Monitors: live én tijdens de repetitie?
Nog geen reacties...