Akai MPC X SE – Decennia evolutie
Gepubliceerd op vrijdag 28 april 2023
Bij studio-controllers, synths en drumcomputers kom je nog al eens begrippen tegen als x0x en MPC. We verwijzen daarmee naar een interface waarmee je noten toevoegt aan een sequence. Wie heeft die MPC-methode eigenlijk verzonnen? En wat heeft het veroorzaakt? We vertellen over de decennialange evolutie van AKAI’s MPC-concept en hoe je dit terug ziet in de gloednieuwe MPC X SE Special Edition.
Er was eens… de LinnDrum
In vroeger tijden, laten we zeggen: de space-age, had je voor moderne producties naast synthesizers ook nog drums nodig. Als je een drummer tot je beschikking had, dan was dat wellicht wat minder relevant, maar een hoop zolderkamerproducers met een handjevol synthesizers waren afhankelijk van drumcomputers. Overigens moet daar ook bij gezegd worden dat de oude drumcomputers ook tamelijk primitief klonken, in feite waren het simpele oscillatoren. Maar het had z’n charme. We zullen niemand verrassen met de uitspraak dat de Roland CR-78 en TR-808 iets hebben dat je niet zomaar even met een echte drumkit nabootst.
Maar met de jaren werd sampling betaalbaarder, en zo ontstonden drumcomputers op basis van sampling. De LinnDrum, een creatie van Roger Linn (1955), werd een populaire drumcomputer. Als je ooit Italo Disco hebt gehoord: grote kans dat je daarmee ook de LinnDrum hebt gehoord. Ook in de popmuziek is de LinnDrum ingezet, onder meer door artiesten als Michael Jackson, Giorgio Moroder, Devo en Prince. De LinnDrum-snare priemt heel makkelijk door de mix heen, en klinkt lekker vol. Net als bij de snare van de TR-909 was er bij de LinnDrum sprake van een snare die precies goed was.
Helaas waren er wat technische problemen met de LinnDrum line-up, bij programmeurs beter bekend als bugs. Het werd een onderdeel van de reputatie: goede klank, leuk ding, maar niet altijd betrouwbaar. In 1986 stopte het bedrijf dan ook; Roger Linn was toen 31 jaar oud. Roger ging voor Akai werken, en nam de ideeën die hij had met zich mee. Een maand voor z’n eigen faillissement stond hij nog op de NAMM-show met de LinnDrum Midistudio (nooit in productie geweest), en dat product had opmerkelijk veel gelijkenis met de MPC-consoles die Akai later zou uitbrengen.
De MPC60 – start van een fenomeen
De kern van een MPC is een tweedimensionaal grid van pads, bij de MPC60 ging het om zestien pads in een 4×4-layout. Een pad vertegenwoordigde een sample, bijvoorbeeld een kick of een snare. Op deze manier kon je je eigen kit samenstellen, op basis van samples die je zelf kon maken. Niet langer was je gebonden aan steeds weer dezelfde drumklanken, je kon een geheel eigen sound maken.
De aardigheid zat ‘m natuurlijk in het feit dat het om samples ging. Dat kunnen drumsamples zijn, maar niets stond in de weg om zaken te samplen die niets met drums te maken hadden. Zoals menselijke kreten, stukjes akkoord, korte stukjes uit bestaande muziek. Dit bleek nogal ingrijpend in de muziekcultuur. Niet langer bepaalden fabrikanten welke klanken je tot je beschikking had, de artiesten konden dit nu zelf doen. Niet langer waren bepaalde dure klanken voorbehouden aan grote studio’s, ook in de zolderkamer konden de hobbyisten nu experimenteren met een incidentele orkestklank die ze eerst van een klassieke CD hadden gesampled. Dit was de tijd waarin synthesizers een relatief klein sample-ROM (geheugen) hadden waarin zulke klanken niet beschikbaar waren, in ieder geval niet met die kwaliteit. Een enorme wildgroei aan klanklandschappen ontstond, en in dat opzicht is de MPC60 een mijlpaal in de muziekgeschiedenis geweest. Met name het maken van allerlei creatieve beats en het populaire Urban-genre zijn terug te voeren op de MPC.
Een trend is geboren
Dat MPC-grid van buttons is inmiddels gemeengoed geworden, ook buiten de Akai MPC’s. Denk maar aan de Ableton-controllers, vele generieke MIDI-controllers, en zelfs synths en workstations waar je nu en dan zo’n grid op aantreft. Het triggeren van de rubberen pads is kennelijk aangeslagen bij een grote doelgroep. Het gaat ook niet om simpele buttons, ze zijn aanslaggevoelig, en zorgen dus voor dynamische resultaten.
De moderne MPC
Net zoals synths uit het vintage tijdperk nog steeds op de radar staan, ofwel als remake ofwel als doorontwikkeling, zo is ook de MPC-methode nog steeds onder ons. Natuurlijk wel in een eigentijds jasje, met de aansluitingen van vandaag en met name het geheugen van vandaag. Diverse MPC-varianten verschenen de afgelopen jaren, zoals de MPC One en de MPC Studio. Meer recentelijk verschenen de MPC X en de MPC X SE Special Edition, en eigenlijk is die MPC X de werkelijke reïncarnatie van de oer-MPC. Om te zien een indrukwekkend apparaat, waarbij de witte Special Edition natuurlijk een perfecte gelijkenis heeft met de MPC60, qua kleur. Had de oude MPC60 nog een kleiner display (maar voor die tijd was het luxe), de MPC X heeft een groot touch-screen, in kleur. Met dat scherm wordt het gebruik van de ingebouwde sequencer wel heel comfortabel. Ook een grid van zestien encoders voegt een groot gebruikscomfort toe, het voelt allemaal erg luxe aan.
De MPC versus de computer
Alles goed en wel, maar de hedendaagse computer is natuurlijk een apparaat dat min of meer alles kan, iets waar je hooguit een generieke controller voor nodig zou hebben. Wat is dan de motivatie om toch – bijvoorbeeld – een MPC X te overwegen? Het zijn vooral de argumenten die je vaker hoort over hardware. Je bent zeer direct met het apparaat en de muziek bezig, het is niet een apparaat waarop je even naar Facebook schakelt. De controllers die op de MPC X zitten zijn qua integratie natuurlijk veel strakker. Alles wat op de MPC X zit is gemaakt voor de MPC X en is qua workflow geplaatst op een zo logisch mogelijke positie. Dat is een stukje vormgeving en comfort die je niet direct pakt met een computer en enkele generieke controllers. Uiteraard moet een MPC X dan ook de capaciteiten van vandaag hebben. Met andere woorden: geheugen waar je echt iets mee kunt, kwaliteit anno vandaag en dus ook de opslagruimte anno vandaag, waarbij de Special Edition de kroon spant met 4 GB werkgeheugen en 48 GB opslaggeheugen. Dat zit bij deze MPC dus wel goed. Houd er bovendien rekening mee dat je een MPC niet gaat gebruiken voor virtuele orkesten en dergelijke. Veruit de meeste MPC-fans zitten in de wereld van de beats en de Urban-genres. En voor dat doel is er meer dan genoeg te beleven. Aan de SE-editie is trouwens de complete MPC Plugin Instrument-collectie toegevoegd.
Een DAW in een behuizing
Als je erover nadenkt: klanken, sequencing… de MPC X is inderdaad een DAW in een behuizing. Bij de eerder genoemde computer is vaak ook sprake van een audio-interface zodat met de rest van de muziekwereld kan worden gecommuniceerd. De MPC X heeft dat allemaal ook! Er zijn meerdere inputs, inclusief XLR/jack, er zijn meerdere outputs, er is tweemaal MIDI-IN en viermaal MIDI-OUT. Bovendien zijn er nog CV/Gate-connectoren, zodat je bijvoorbeeld een Eurorack-systeem kunt aansturen. Dit alles maakt dat een MPC X de kern van je Urban studio kan zijn, en een zeer behoorlijke kern is het!
Zie ook
» AKAI MPC X
» AKAI MPC X SE
» Alle producten van AKAI Professional
» Alle Studio & Recording producten
» Live editen in Ableton Live in 7 stappen
» Dit kun je als muziekproducer leren van Michael Jordan
» Muziek op een album als een geheel laten klinken – 5 technieken
» 10 tips om sneller te produceren
» Platendeals voor muzikanten – Advies van een advocaat
» De meest gemaakte fouten tijdens het mixen
» Leren luisteren naar tracks: bpm, key, akkoorden & structuur
» Zo maak je als muziekproducer de perfecte demo voor een label
Maarten, sinds 2012 fulltime copywriter bij Bax Music, is journalist, muziektechnoloog en componist met credits in tv, film, games en theater. Hij geeft graag tekst en uitleg over alles wat muzikaal gebruikt kan worden.
Goedenavond alle,
Is er misschien iemand die zelf les wilt geven of iemand kent die les wilt geven in het gebruiken van de MPC One?
Alvast bedankt.
Mvg Kevin