Q-dance: Droomwerelden creëren
Gepubliceerd op donderdag 1 december 2016
Het Nederlandse Q-dance is een van de belangrijkste organisatoren van grote dance-evenementen. Je herkent hun feesten aan de namen waar steevast een Q in is verwerkt, zoals Q-BASE, Defqon.1 Festival, Qlimax en X-Qlusive. Lead creative Rogier Werver is een van de aanvoerders van het team dat droomwerelden creëert waar je tijdelijk je sores kunt vergeten. Hij vertelt Bax Music over de logistieke valkuilen, het samenwerken met dj’s aan anthems en de uitdaging van het optrekken van complete dancedorpen.
Tekst: Patrick Lamberts
Met zo’n vijftien grote Q-dance-projecten per jaar is Rogier Werver altijd aan het regelen en organiseren. Vroeger waren hij en zijn vrienden degenen die het meest uit hun dak gingen tijdens feesten, nu wil hij juist dat andere mensen flink met de voetjes van de vloer gaan. Q-BASE 2016, die de slogan ‘Die Hards Only’ droeg, is net achter de rug als Rogier alles vertelt over het reilen en zeilen van ’s werelds grootste dance-evenementen.
Q-BASE 2016 heeft onlangs 32.000 bezoekers getrokken. Wat zijn de organisatorische uitdagingen van zo’n omvangrijk feest?
“Het is altijd een hele operatie om duizenden mensen op een veilige manier te laten bewegen en te laten genieten van een evenement. Dus we moeten goed op logistiek letten: staan er geen files of lange rijen bij de kassa’s? Maar ook: hoe gaat het bij de EHBO? Daarnaast zijn er de creatieve uitdagingen. Voor elk evenement tekenen we een heel eigen wereld uit met bijbehorende shows, thema’s en spectaculaire momenten. Die moet je van te voren goed uitdenken en vervolgens produceren en programmeren. Op het moment suprême heb je maar één kans: als je op ‘play’ drukt, moet het op dat moment gebeuren, want er komt niet nog een zelfde show. Alles moet dus tot in de puntjes zijn geregeld.”
Externe partijen
Hoe ziet de week voor een evenement er voor Q-dance uit?
“Dan werken we wel achttien tot twintig uur per dag. Het hangt van het evenement af, onze voorbereiding en de mate van tegenslag en voorspoed. Creativiteit laat zich moeilijk sturen en dus lastig plannen. Soms knal je er één groot element in een paar dagen uit en soms ben je weken op details aan het vitten. De samenwerking met externe partijen is hierbij ook van belang. Van podia tot aan audio en van film tot aan campagne werken we met allerlei partijen samen, veel radertjes in de machine die maar net even op de goede manier moeten meedraaien. Tijdens een evenement ben ik vooral ‘creative supervisor’. Ik kijk of alles draait zoals het bedacht is en of het geluid, de lichten, de effecten, et cetera naar behoren werken. Zo houd ik overal een vinger aan de pols: weten de cameramensen die aftermovies maken wat ze moeten doen? Zijn er geen calamiteiten? Maar als het eenmaal loopt, dan wijst het zichzelf meestal wel, zeker als iedereen doet wat hij/zij moet doen.” Hoeveel gebruik maken jullie van externe partijen? “We hebben een creatief team in-house met onder andere technisch tekenaars en ‘muziekmensen’, maar we maken ook veel gebruik van externe partijen waarmee we regelmatig werken. Onze vaste laserpartij is Laser Image, Rent-All verzorgt het geluid en StageCo Staging Crew doet vaak de steigerbouw voor onze podia. Zo hebben we een heel scala aan partijen waarmee we al jaren kunnen lezen en schrijven.”
Feestthema’s
Is bij een eerste editie van een festival het thema het uitgangspunt of dient een locatie ook weleens als uitgangspunt?
“Je kan tegen een te gekke locatie aanlopen of op zoek zijn naar een locatie en ineens iets geweldigs aantreffen. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij Q-BASE. Dat was een vliegbasis – vandaar de naam Q-BASE. Die locatie is wat wij ‘the ultimate party premises’ noemen, oftewel ‘het ultieme feestterrein’. Er zijn hangars, bunkers en er ligt asfalt naast een veld met bomen, heuvels en bosjes: beter kan niet. Het gaat ook weleens andersom, dat we bijvoorbeeld een festival willen doen met één gigapodium voor 60.000 man. Dan zoeken we gericht naar een plek waar zoveel bezoekers naartoe kunnen die ook nog eens vanaf die ene locatie allemaal het podium kunnen zien.”
Kan je kort uitleggen wat de ideeën achter enkele van jullie evenementen zijn?
“Bij Qlimax gaat het heel erg over de show, waarbij 27.500 mensen samen één verhaal meemaken. Het publiek komt niet per se voor de line-up, maar voor de beleving en verwacht daarbij van ons een goede line-up. Het gaat dus om meer dan alleen bommen en granaten in je bek, zo van: hier is de volgende dj. QAPITAL in Ziggo Dome is wel zo recht voor z’n raap. Dat is puur rossen en beuken. Defqon.1 is weer heel anders: daar maken 60.000 mensen allemaal verschillende verhalen mee, omdat iedereen zijn eigen route uitstippelt. Bij Q-BASE willen we dat mensen opgaan in de omgeving: lekker door de bossen zwalken en niet meer weten waar je bent.”
Bij welke evaluatie hebben jullie geroepen dat het jullie beste feest tot nu toe was?
“In de regel – en dat is niet arrogant bedoeld – zijn we tevreden of heel tevreden met de feesten die we geven. We leggen de lat echter erg hoog, soms onhaalbaar hoog. We kunnen er zelf soms best gestoord van worden, want het moet altijd beter.”
DJ-anthems
Hoe krijgen jullie dj’s zover om een ‘anthem’ voor jullie show te maken?
“In principe zijn alle dj’s er voor te porren, omdat het een mooie kans voor ze is. Zo’n anthem is namelijk gekoppeld aan een evenement en dus ook aan de campagne voor dat evenement. Tijdens de show vormt het anthem een van de hoogtepunten. Tijdens de performance schieten we voor een x-aantal duizend euro aan vuurwerk de lucht in. Dat wordt met video vastgelegd en dat filmpje zetten we ook weer online. Dj’s hebben echter hun eigen drukke planning en kunnen niet altijd. Bovendien doen sommige artiesten meerdere anthems, dus houden we bij wie wat recentelijk heeft gedaan. We proberen artiesten altijd mee te nemen in het concept en hun te inspireren met moodboards en briefings. De totstandkoming is dus een creatief proces tussen ons en de artiest. Erg leuk om te doen!”
Heeft een dj ook nog inbreng in de aankleding?
“Er is slechts één evenement waarbij de artiest een beperkte vorm van inbreng kan hebben en dat is X-Qlusive (Artist) dat we meestal eind januari in de Heineken Music Hall in Amsterdam organiseren. Dat is een show waarbij één artiest centraal staat. Daarbij is het belangrijk dat de uitstraling van de artiest en zijn verhaal goed naar voren komt. Dan gaan we nog dieper met de artiest in gesprek en praten we onder meer over zijn stijl, uitstraling en favoriete materialen en kleuren. Die elementen kunnen we in de aankleding doorvoeren.”
Kaartjes voor jullie evenementen zijn soms aardig prijzig. Wat krijgen mensen ervoor terug?
“Wij gaan naar een grasveld ‘in the middle of nowhere’ waar niets is. Alles wat daar komt, moet door ons worden gemaakt, gehuurd, gekocht en neergezet. Wij bouwen complete dorpen waar mensen kunnen dansen, eten en slapen. Dat is nogal een operatie. We moeten ook zorgen dat mensen weten wat en waar iets gaat plaatsvinden. Dus voor de marketingcampagne moet ook veel gedaan worden. En vergelijk het eens met een concertkaartje van bijvoorbeeld Jay-Z: daar betaal je ook al snel zestig euro voor. Wat krijg je ervoor terug? ‘Slechts’ twee uur muziek. Met een beetje pech treedt hij anderhalf uur te laat op, omdat ie in de kleedkamer zit te blowen. Bij onze evenementen ben je twaalf uur lang welkom of soms zelfs een heel weekend en je krijgt altijd veel artiesten te zien in een prachtig decor met een goed geluidssysteem, zodat al je zintuigen worden geprikkeld.”
Gemakkelijk publiek
Wanneer heb je voor het laatst met de handen in het haar gestaan tijdens een festival?
“We hebben een enorme geschiedenis en dus veel meegemaakt. Een van de dingen die me is bijgebleven was in 2002, tijdens Qlimax in Thialf in Heerenveen. Tijdens de laatste set klom een bezoeker in een van de torens in de zaal om daar zijn eigen feestje voort te zetten. Dat zijn momenten dat je hem wel even knijpt. Er is een hoogwerker met twee stevige jongens erin op afgestuurd en de bewuste persoon is naar een veilige plek vervoerd. In de regel hebben we gemakkelijk publiek. Er komen gelijkgestemden vanuit alle windrichtingen en met uiteenlopende achtergronden die allemaal lang naar een goed feest hebben uitgekeken. Die komen niet om rottigheid uit te halen, maar om te genieten. Dat maakt dance-evenementen zo mooi!”
Wat zou je nog graag willen bereiken met Q-dance?
“We willen onze bezoekers nieuwe dingen blijven bieden, maar ook onszelf blijven verbazen. Zo zijn we achter de schermen bezig met virtual reality. Het lijkt mij ook erg mooi om de hele wereld tegelijkertijd te laten feesten. In elke wereldstad minstens honderdduizend man op de been brengen. Dat iedereen even alles laat voor wat het is. Gewoon een moment dat we ons realiseren dat we allemaal hetzelfde zijn. Dat klinkt ontzettend vergezocht, maar het zou zo’n onvergetelijke energie oproepen! Ik vind gewoon dat de 21e eeuw net zo’n ongekend muziekevenement moet krijgen als Woodstock of Live Aid!” ♦
Dit interview verscheen eerder in Bax Music Magazine (Najaar 2016).
Nog geen reacties...