Jazz zingen: timing, frasering en improvisatie
Gepubliceerd op donderdag 30 april 2020
Jazz zingen, hoe anders is het dan pop zingen? Het is zeker anders. Een popzanger die op zijn ‘pops’ een jazzliedje zingt, maakt nog geen jazz. Jazz-zang vraagt namelijk om een andere timing, ritmiek, opvatting en frasering. En er is nog een belangrijk ingrediënt: improvisatie. In dit artikel behandelen we de belangrijkste technieken die je als jazz-zanger of -zangeres moet beheersen.
De beroemde Amerikaanse jazz-zangeres Sarah Vaughan
- Anders dan popzang?
- Swing feel
- Boven ritmiek staan
- Frasering en uitspraak
- Improvisatie
- Scatten
- Valkuilen en tips
- Grote voorbeelden
- Over Ronald Douglas
Anders dan popzang?
Louter zangtechnisch gezien (ademsteun, stemvorming) verschilt het zingen van jazz niet of nauwelijks van het zingen van pop. Het is ook niet meer of minder belastend voor je stem. Het hangt vooral af van het gekozen repertoire: het ene repertoire vraagt iets meer energie dan het andere. “Maar jazz vraagt wel een andere manier van zingen dan pop”, zegt Ronald Douglas, jazz-zanger en zangdocent. “Jazz heeft een aantal muzikale kenmerken. Die hoor je niet alleen in het instrumentale gedeelte, maar zeker ook in de zang.” Jazz is, net als de popmuziek, een brede muziekstroming. In dit artikel richten we ons op de mainstream jazz. De ‘klassieke’ jazz zeg maar, die destijds vooral bekend is geworden door vocale grootheden als Ella Fitzgerald en Sarah Vaughan. Je kunt een popliedje jazzy laten klinken door bijvoorbeeld de harmonieën aan te passen (de akkoorden uit te breiden) en er een ritmische jazz-feel aan te geven. Over de harmonieën (akkoorden) gaan we het nu niet hebben, maar ze zijn voor het zingen van jazz wel belangrijk. Daar komen we verderop in dit artikel op terug als we het over improvisatie gaan hebben, een belangrijk onderdeel van het zingen van jazz.
Swing feel
We beginnen met een belangrijk ingrediënt van de jazz. Dat is timing. “Jazz heeft een swing feel, gebaseerd op triolen en een syncopen-gevoel”, legt Ronald uit. Wil je daar meer over weten, lees dan het artikel over ‘strak spelen’, want daarin wordt onder meer de triolenfeel uitgelegd. “In de jazz speel en zing je geen rechte achtsten, maar achtsten met een swing feel. Het gevoel daarvoor moet je ontwikkelen, door er veel naar te luisteren en veel te oefenen. Door die triolenfeel ga je gesyncopeerd zingen. Dat wil zeggen: je legt noten net voor of na de tel. Gesyncopeerd zingen is iets wat je moet leren om te durven, het is iets wat je moet ontwikkelen.” In de popmuziek zijn tel één en drie de belangrijkste tellen in een maat, als het gaat om de accenten. “In de jazz zijn dat de twee en vier”, aldus Ronald. “De hi-hat van de drums speelt hierin een belangrijke rol, want die zit op de 2 en 4. Overigens heb je in snelle liedjes niets aan de twee en de vier, daar gaat het dan te snel voor. In dat geval heb je meer aan de één en eventueel de drie. Dus het ontwikkelen van een maat- en telgevoel is belangrijk.”
Boven ritmiek staan
De grote uitdaging van jazz is: durven de tel min of meer los te laten en veel experimenteren met de ritmiek. “Veel uitproberen op bijvoorbeeld sessies en het aandurven om honderden keren op je bek te gaan. Er zit niets anders op”, is Ronalds advies. “Als zanger moet je proberen boven de ritmiek te staan. Kijk maar eens op YouTube hoe iemand als Ella Fitzgerald dat doet. Het is belangrijk dat je daarbij een bas hebt waar je helemaal op kunt leunen. Dan kun je die ritmische vrijheid nemen. Waarbij je voortdurend goed moet blijven luisteren naar de band. De bas is de stuwende motor in een trio.” Het spelen met ritmiek leer je door het vaak te doen. “Ga niet zomaar kopiëren van andere zangers. Daar begint het wel mee, om het te leren. Maar creëer uiteindelijk je eigen ritmische vrijheid”, aldus Ronald. Qua timing heb je bij iedere noot drie mogelijkheden: on the beat (op de tel, zoals in de pop), ahead (voor de tel) en laid back (hangend in de tel). Een klassiek voorbeeld van een jazzliedje dat veel ahead wordt gezongen, is Girl from Ipanema. Dit komt doordat het uit de Braziliaanse bossa nova komt. In de jazz wordt veel laid back gezongen. “Dat is niet zozeer na de tel zingen, maar meer in de tel gaan hangen. Een gevoel dat je moet ontwikkelen”, aldus Ronald. “Het laid back gevoel zit hem vaak niet alleen in de plek waar je de noot legt, maar ook hoe je die noot met je stem aanzet.”
Frasering en uitspraak
Een ander belangrijk ingrediënt van jazz zingen is frasering. Dat is eenvoudig gezegd: het ‘maken van zinnen’, dus hoe zing je een zin. “Frasering staat in direct verband met de tekst”, legt Ronald uit. “Als zanger ben je een storyteller. Begrijp de tekst dus die je zingt, geloof wat je zingt en probeer dat over te brengen naar je publiek. In dat overbrengen van die tekst speelt frasering een belangrijke rol: waar leg je de accenten, waar leg je de pauzes? Maak daarin bewuste keuzes. Speel met de tekst, maar zorg dat de betekenis overeind blijft. En luister hoe de grootheden het doen. Eén van mijn frasering-helden is Mel Tormé. Een mooi voorbeeld is zijn eigen aanpak van de frasering in Blue Moon.” De meeste jazzliedjes zijn van Amerikaanse origine, dus in het Amerikaans Engels. “Het is belangrijk dat je dit Amerikaans zingt zoals een native singer dat doet, dus een zanger die daar geboren is”, stelt Ronald. “Dat betekent dat je je flink moet verdiepen in de Amerikaanse taal en uitspraak. Voor mezelf heb ik de lat daarin heel hoog gelegd. Zo heb ik eens opgetreden in Amerika en dachten ze dat ik een Amerikaan was. Eigenlijk is dat een van de mooiste complimenten die je als zanger kunt krijgen.” Meerdere Nederlandse jazzmusici zijn succesvol in Amerika. “Maar dat zijn allemaal instrumentalisten. Voor vocalisten ligt dat een stuk moeilijker en dat komt vooral door de uitspraak van het Amerikaans”, constateert Ronald.
Improvisatie
Na timing en frasering is improvisatie het volgende belangrijke ingrediënt van het zingen van jazz. Sterker nog: improvisatie is een must in de jazz, aldus Ronald. “Stap één is het veranderen van de ritmiek, stap twee het veranderen van de melodie en stap drie is scatten.” Over ritmiek hebben we het al gehad in het stuk over timing. Daarom gaan we meteen naar stap twee: het veranderen van de melodie. Dat kan niet zomaar, legt Ronald uit. “De variaties die je aanbrengt in de melodie moeten passen in de harmonie. Dat betekent dat je je als zanger moet verdiepen in de harmonieleer. En om je die eigen te maken, heb je niet voldoende aan alleen boeken. Je zult ook een instrument moeten kunnen spelen. De piano is het instrument dat zich daar het beste voor leent, omdat je daarmee de harmonieën goed in beeld krijgt en ze kunt uitzoeken. Je hoeft beslist geen virtuoze pianist te worden, maar het kan een goede vriend van je worden.” Ronald zelf heeft van jongs af aan klarinet gespeeld. “Het spelen van een instrument draagt bij aan de ontwikkeling van je muzikale vaardigheden en kennis. Ik ben altijd nog blij dat ik dit heb gedaan.” Voor wie als jazzvocalist de stap naar de piano wil maken, raadt Ronald dit boek aan: ‘Musicianship for the jazz vocalist’ van Nancy Marano. “Bij het improviseren op de melodie hoef je natuurlijk niet iedere noot te veranderen”, merkt Ronald op. “Het moet wel passen in het verhaal dat je zingt. Verander niet om het veranderen, maar maak daarin bewuste keuzes. Bedenk dat je mensen naar je toe wil trekken om met hen het verhaal te delen. Plaats je ademhaling niet op de automatische piloot, maar laat die onderdeel zijn van je interpretatie.”
Scatten
Stap drie in de improvisatie is het scatten: improviseren zonder tekst, maar met klanken. “Scatten is niet echt een must. Niet alle grote jazzvocalisten deden of doen het”, weet Ronald. “Overigens is het scatten niet begonnen met een vocalist, maar met trompettist Dizzy Gillespie. Die legde op een gegeven moment zijn trompet aan de kant en ging scatten in plaats van een trompetsolo spelen. Er is een duidelijke verwantschap tussen scatten en trompet of saxofoon spelen. Als je gaat scatten, identificeer je je eigenlijk met een blazer die soleert. Daarom is het goed om je in solo’s te verdiepen als je je wilt ontwikkelen in het scatten. Luister bijvoorbeeld eens naar trompettist Chet Baker. Zijn solo’s zijn redelijk na te zingen als je ze bestudeerd hebt.”
Valkuilen en tips
Wat is een belangrijke valkuil bij het jazz zingen? “Een valkuil is dat je je onvoldoende bewust bent van het in het juiste tempo aftellen”, weet Ronald. “Gaat dat op het podium fout, dan zit er niks anders op om door te gaan, want op het podium kun je niet stoppen. Maar train jezelf in dat tempogevoel. Voor ieder nummer moet je goed voor ogen hebben in welk tempo je een nummer wil zingen. Datzelfde geldt ook voor de toonsoort: weet van ieder nummer in welke toonsoort je het zingt, dan kun je dat bij jamsessies tegen de begeleidende muzikanten zeggen.” Nog een laatste tip? “Zorg dat je je zaakjes goed voor elkaar hebt. Dus dat je leadsheets hebt en deze goed geordend hebt. Dat geldt juist ook voor zangers. En schrijf je partijen met de hand uit. Dan krijg je meer voeling met het materiaal en onthoud je het beter.”
Grote voorbeelden
Dit zijn Ronalds grote voorbeelden als het gaat om het zingen van jazz:
Sarah Vaughan: Voor mij is het met haar begonnen. Haar sound, time en scat vocals waren uniek. Haar zang stond het dichtst bij de fraseringen van een blazer.
Mel Tormé: Van de zangers van zijn tijd was hij én de crooner én de geweldige swinger en scatter. Begon als drummer en kon ook pianospelen.
Mark Murphy: Hij ging verder dan Mel. Zijn sound was dieper en zijn scat-vocalen waren uniek. Dichter bij Sarah.
https://www.youtube.com/watch?v=4TqUkg4kPcY
Blossom Dearie: Ik hou erg van haar unieke klank, zij was een geweldige pianiste en zangeres. Ze viel op door haar keuze van repertoire met vaak veel humor erin. Ze was een fan en een vriendin van Ramses Shaffy.
Shirley Horn: Pianiste en zangeres die bekend was om haar tergend langzame tempi en toch swingde. Ze maakte van haar rusten in haar zang ook muziek.
Greetje Kauffeld: Omdat zij de beste jazz-zangeres van Nederland is, punt!
Kurt Elling: De beste jazz-zanger van nu. Erg geïnspireerd door Mark Murphy. Dat is te horen ook, maar wel degelijk een zanger van nu. Staat zeer boven zijn materie. Uniek!
Over Ronald Douglas
Ronald Douglas is pas laat professioneel zanger geworden. Hij heeft eerst de sociale academie gedaan, om later naar het conservatorium te gaan. Inmiddels is hij een nationaal en internationaal bekende jazzvocalist, geeft hij les aan conservatoria en geeft hij overal ter wereld workshops. In zijn jonge jaren heeft hij veel muziek gemaakt, onder meer als klarinettist bij de plaatselijke muziekvereniging. Van deze muzikale bagage heeft hij nog altijd veel profijt en plezier.Als zangdocent is hij niet echt aanhanger van een methode, hoewel hij het meeste voelt voor EVT (Estill Voice Training) van Jo Estill. “Maar uiteindelijk gaat het bij je ontwikkeling tot vocalist niet om de methode. Want zonder artistieke kwaliteiten werkt geen enkele methode”, is zijn stellige overtuiging. “Zoek een zangdocent die thuis is in de stijl die jij wil zingen. En iemand met ruime ervaring, dus een docent die meer heeft gedaan dan alleen een cursus volgen van een van de zangmethodes.”
Zie ook
» Microfoons en accessoires
» Zangboeken
» Vocal effects
» Speakers
» Meerstemmig zingen: theorie & tips voor de praktijk
» Stembreuk: wel of geen probleem?
» Backing vocals: op de achtergrond, maar onmisbaar
» Zangtechniek – Leer alles over zingen
» Klinker-problemen (en oplossingen) bij het zingen
» Zingen met en zonder compressie
» Vloeiend zingen door dynamische ademsteun en blending
» Ademsteun en ademcyclus bij het zingen
» Geschiedenis van de zangtechniek
» Zang-opnames mixen in 5 stappen