Op een of andere manier kan je een post maar één keer editen? Daarom deze "V2" versie.
Mengtafels: zoveel knoppen, maar wat doen ze precies?
Aangezien ik zo nog niets kon vinden over dit onderwerp en het toch best wel belangrijk is heb ik besloten een stukje te schrijven over mengtafels en wat de functies zijn. Het gaat voornamelijk over mengtafels voor het mixen van bands.
![](http://www.bax-shop.nl/downloads/downloads/forum/review_daan_mengtafels/h3000-main.jpg)
Hierboven zie je een Midas Heritage 3000, een groot formaat livemengtafel.
1: Wat doet een mengtafel?
Een mengtafel voegt signalen van bijvoorbeeld microfoons of cd spelers samen tot één of meerdere "mixen". Je kan er ook het volume van de verschillende signalen mee instellen, zodat niet alles even hard klinkt.
2: Hoe is een mengtafel opgebouwd?
Een mengtafel bestaat uit een aantal kanalen en een "master module". Op een kanaal kan je een signaal binnen laten komen, bijvoorbeeld van een microfoon. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen mono- en stereo signalen en lijn- en microfoonsignalen. Een mono signaal wordt gegenereerd door een mono bron, zoals een microfoon. Een stereo signaal wordt gegenereerd door een stereo bron, zoals een CD- of MP3 speler. Elk kanaal kan naar keuze naar het "master kanaal" gestuurd worden, via een aux-weg of beide.
3: Het monokanaal.
Een monokanaal kan zoals gezegd een mono bron ontvangen en verwerken. Twee monokanalen kunnen samen als stereokanaal dienen, door het linker op het ene monokanaal aan te sluiten, en rechts op het andere. Bij een monokanaal horen over het algemeen 3 á 4 connectoren in de vorm van een XLR Female chassisdeel en 2 á 3 Jack Male chassisdelen. De XLR gaat door de microfoonvoorversterker en is dus bedoeld voor microfoonsignalen. Een van de Jacks gaat daar ook doorheen en is bedoeld voor Linesignalen. De overige Jacks zijn de Insert, een stereojack die tegelijkertijd als in- en uitgang fungeert, waardoor je met één kabel een effectapparaat (over het algemeen een compressor) in de signaalweg kan opnemen. Aan de andere kant van die kabel zitten 2 monoJacks, één uitgang en één ingang. De laatste Jack is de Direct Out, dit is zoals de naam al zegt een uitgang. Je vindt hem vaak op studiomengtafels en de betere PA tafels. Hij haalt signaal vanuit de microfoonvoorversterker, dus zowel XLR als LineJack zitten erop. Vaak gaat het signaal ook nog door de Insert voordat hij naar de Direct Out gaat. Met de Direct Out kan je bijvoorbeeld tegelijkertijd een zaalmix van een band maken op de mengtafel en via de Direct Outs van de gewenste kanalen een multitrack opname maken.
4: Het stereokanaal.
Een stereokanaal kan een stereosignaal ontvangen en verwerken. Een stereokanaal kan vaak ook als monokanaal dienen, door alleen de linker ingang te gebruiken. Meestal hebben stereokanalen in plaats van een LineJack en XLR ingang twee LineJacks, eentje voor links en een voor rechts. Bij de betere mengtafels hebben de stereokanalen 2 XLR's én 2 LineJacks. Ook stereokanalen hebben een Insert en (eventuele) Direct Out.
Stereokanalen hebben meestal een wat minder uitgebreide equalizer dan monokanalen omdat er minder ruimte is vanwege de aparte gainknoppen voor links en rechts.
Hieronder zie je een simpel schemaatje om de werking van de Insert te verduidelijken:
![](http://www.bax-shop.nl/downloads/downloads/forum/review_daan_mengtafels/Insertschemaatje.jpg)
5: De "Channelstrip".
De channelstrip is de rij met knoppen die je bij zowel mono- als stereokanalen terugvindt. De channelstrip bestaat van boven naar onder uit:
- De Gainknop (knoppen, in geval van stereokanalen), samen met de Pad, Phase en 48V (ook wel aangeduid als "Phantom power") schakelaars.
- De kanaalequalizer.
- De Auxwegen.
- De Pan knop (balance in het geval van stereokanalen) samen met de PFL en Mute schakelaars.
- De Fader en eventuele routing schakelaars.
6: De Gainknop (knoppen, in geval van stereokanalen), samen met de Pad, Phase, low-cut en 48V (ook wel aangeduid als "Phantom power") schakelaars.
De Gainknop is bedoeld om het ingangssignaal zo te versterken of verzwakken dat het ongeveer 0dB is op de meters, zodat het uitgangssignaal 0dB is als je de kanaalfader en masterfaders op 0 dB zet. Zo overstuur je niet en heb je toch zoveel mogelijk controle en een "eerlijke" weergave van het niveau als je naar de fader kijkt. Oftewel, als je fader op -10dB staat wordt er ook echt -10dB naar de geselecteerde bus(sen) gestuurd, zo zie je snel de verhoudingen.
De Padschakelaar verzwakt het ingangssignaal van +4dB naar -10dB als je hem indrukt, dit is om te zorgen dat bepaalde signalen niet veel te hard of zacht binnenkomen.
De Phaseschakelaar, of faseschakelaar verschuift de fase 180 graden, zodat als je een Snare van boven en onder microfoneert, de signalen in fase op de geselecteerde bus(sen) terecht komen, omdat ze anders elkaar uitdoven en je geen of bijna geen geluid hoort. Dit geldt voor nog een aantal microfoonopstellingen.
Met de low-cut kan je alle frequenties onder een bepaalde (vaak vaste) frequentie (meestal 100Hz) wegfilteren, zodat je geen last hebt van loopgeluiden en dergelijke in zangmicrofoons.
De 48Vschakelaar of PhantomPowerschakelaar schakelt de 48V spanning in, zodat microfoons die dat nodig hebben hun voedingsspanning krijgen. Denk hierbij aan actieve DI's, condensator- en Ribbonmicrofoons.
7: De kanaalequalizer.
Met de kanaalequalizer kan je bepaalde frequenties/toonhoogtes versterken of verzwakken om het geluid beter te laten klinken. Kanaalequalizers heb je in alle soorten en maten, van 2 bands tot 5 bands volledig parametrisch. Een band is een frequentieband, die je kan versterken of verzwakken met de gainknop, op een andere frequentie instellen met de frequentieknop en van breedte veranderen (je versterkt van +-500 tot +- 600 Hz of van +-500 tot +-1000Hz) met de Q-knop. De meeste kleine tafels hebben een 3 bands semiparametrische equalizer, dat betekent dat er 3 banden zijn (laag, mid en hoog) en dat op de midden band een frequentieparameter zit. De meeste middenmoot tafels hebben een 4 bands semiparametrische equalizer met 2 middenbanden (laag- en hoogmid) met frequentieparameter. De hele grote tafels hebben een 4- of 5bands volledig parametrische equalizer, dus met laag – laag – mid - mid - hoog mid - hoog. Alle banden hebben dan een gain, frequentie en Q/bandbreedte parameter.
8: De Auxwegen.
De Auxwegen kan je gebruiken om monitoren mee aan te sturen of om effecten op verschillende kanalen tegelijk te zetten. Een Auxweg kan Pre- of Postfader zijn, wat betekent dat het signaal voor of na de fader af wordt getapt. Het gevolg is dat bij Postfader er minder signaal naar de Auxuitgang gaat naarmate de fader lager staat, daarom wordt Postfader vaak gebruikt om signaal naar effecten te sturen, want dan wordt het effect zachter als de kanaalfader lager staat. Voor monitoren gebruik je vaak Prefader, omdat dan de stand van de fader niet uitmaakt voor het niveau van de monitor, zodat als je de fader omhoog drukt voor een solo niet in een keer de monitor keihard staat.
De Auxwegen hebben zogenaamde Auxmasters om het uiteindelijke signaal van de mix te bepalen, die zitten in de mastersectie.
9: De Pan knop (balance in het geval van stereokanalen) samen met de PFL en Mute schakelaars.
De Pan knop bepaalt of je je monosignaal naar links, rechts of ergens er tussenin stuurt. Bij een stereokanaal heet dat een balanceknop, omdat je al een stereosignaal hebt, dus je stuurt het hele signaal meer naar links of rechts, je houdt dus niet alleen links over als je helemaal naar links panned, maar zowel links als rechts wordt dan naar de linker master gestuurd.
Met de PFLschakelaar (PreFaderListening of voor-fader-luisteren) kan je het ingangssignaal beluisteren nadat het door de microfoonvoorversterker en inserts is gegaan, verder zie je het dan op je meters, zodat je het signaal met de gain op 0dB kan afregelen.
Met de Muteschakelaar kan je in één keer een heel kanaal “platleggen” of “uitzetten”, dat betekent dat er behalve door de Prefader auxen geen signaal meer naar de subgroepen of masters wordt gestuurd door het betreffende kanaal. Hierdoor kan je een microfoon uitzetten tijdens bijvoorbeeld changementen zonder dat je de faders aan hoeft te raken en de niveaus kwijt bent. Op de grotere mengtafels zitten vaak mutegroepen, waarmee je in één keer een heleboel kanalen kan muten.
10: De Fader en eventuele routing schakelaars.
Een fader is eigenlijk gewoon de lineaire versie van een draaiknop of “potmeter”. De naam potmeter is een afkorting van “potentiometer”, dit is eigenlijk een variabele weerstand, een fader is dus de lineaire versie daarvan. Hiermee kan je preciezer en soepeler de kanaalniveaus instellen dan met draaiknoppen. Faders heb je in alle soorten en maten, van 45MM DJmixer faders tot 100MM professionele faders die eventueel gemotoriseerd kunnen worden. Daartussen heb je nog de 60MM en 80MM faders. Soms worden draaiknoppen of “potmeters” ook wel gebruikt als kanaalfaders, dit gebeurt vooral op de hele kleine mengtafeltjes.
Naast de fader zie je vaak kleine knopjes, deze zijn voor de routing. Je kan daarmee het signaal naar een subgroep of de masters sturen. Vanuit een subgroep kan je je signaal naar de masters of naar een aparte uitgang sturen. Als je bijvoorbeeld 8 kanalen drums naar een subgroep stuurt kan je met één of twee faders (dat hangt er van af of je je subgroep mono of stereo gebruikt) alle 8 kanalen harder of zachter zetten of muten door middel van de subgroep muteschakelaars. Subgroepen kan je ook gebruiken om bijvoorbeeld zogenaamde “delaystacks” (aparte luidsprekers die verderop in de zaal staan om ook achterin diepe zalen geluid te krijgen) mee aan te sturen. Ook kan je ze gebruiken om opnames te maken door een opnameapparaat aan een uitgang van een subgroep te hangen.
![](http://www.bax-shop.nl/downloads/downloads/forum/review_daan_mengtafels/ZED24_Front_big.jpg)
Hierboven zie je de Allen&Heath Zed 24, je kan duidelijk de channelstrips zien, de witte faders zijn de monokanalen, de blauwe de stereokanalen en de rode de masterfaders. Ieder monokanaal heeft helemaal bovenaan een XLR ingang, een LineJack ingang en een Insert Jack. Daaronder vind je de Gainknop en 100 Hz cut-off schakelaar. Deze mengtafel heeft een 48V schakelaar die voor alle kanalen tegelijk werkt, dus als je 48V aanzet staat op alle XLR ingangen de 48V spanning. Daaronder zie je de 3 bands semi-parametrische equalizer, de zwarte knop is de frequentieparameter voor de middenband. De grijze en zwarte knoppen daaronder zijn de Auxwegen, de zwarte zijn Pre-Fader, de grijze Post. De rode knop daaronder is de Panknop, dan krijg je de Muteschakelaar, de PFLschakelaar en de kanaalfader. De stereokanalen hebben 2 gains voor de aparte ingangen en een 2 bands equalizer, daaronder ook weer de 4 Auxwegen en de balanceknop, Mute en PFL schakelaars en kanaalfader.
11: De mastersectie.
In de mastersectie vind je onder andere de masterfaders en subgroepen terug, ook de Aux masters en de meters zitten er. Verder vindt je in de mastersectie soms een zogenaamde “matrix”. De matrix bestaat uit een aantal knoppen waarmee je bepaalde bronnen kan mixen en naar een uitgang kan sturen. Meestal wordt een matrix aangeduid als 2*7 of 4*11. 2*7 betekent dat er 2 matrix uitgangen aanwezig zijn, en dat er per uitgang 7 bronnen gemixt kunnen worden, bijvoorbeeld 4 subgroepen en links, rechts en mono masters. 4*11 betekent dat er 4 matrix uitgangen zijn en dat je per uitgang 11 bronnen kan mixen, bijvoorbeeld 8 subgroepen en links, rechts en mono masters.
Ook vindt je in de mastersectie vaak een zogenaamde “talkback input” in de vorm van een XLR ingang. Daar kan je een microfoon op aansluiten en vervolgens over een Auxweg of subgroep een microfoonsignaal wegsturen, zodat je niet je keel schorschreeuwt vanuit de zaal, maar simpelweg via de monitor tegen de artiesten kan praten tijdens de soundcheck.
Hieronder zie je de mastersectie van een Yamaha IM8 mengtafel, rechtsboven zie je een 4*11 matrix, midden onder de 8 subgroepen (de grijze faders), in het midden de Auxmasters (de blauwe 60MM faders) en links 4 stereokanalen. Rechtsonder zie je masters, 2* rood voor links en rechts en 1* geel voor mono.
![](http://www.bax-shop.nl/downloads/downloads/forum/review_daan_mengtafels/yamaha-im8-master-section.jpg)
Hieronder zie je een schematische tekening van de werking van de matrix:
Kanaal 1 en 2 gaan naar subgroep 1&2. Subgroep 1&2 gaan naar links en rechts, maar je wilt subgroep 1&2 ook opnemen. Alle auxen zitten al vol met effecten en monitorgroepen, en je hebt geen subgroepen meer over om nog te gebruiken voor die opname. Dan gebruik je de matrix. Op de matrix kan je in dit geval de masters (L&R+Mono) en de subgroepen (1 t/m 8) mixen. Je gebruikt matrix 1 voor links en matrix 2 voor rechts. Je zet op die matrixen alleen subgroep 1 of 2.
![](http://www.bax-shop.nl/downloads/downloads/forum/review_daan_mengtafels/MatriXschemaatje.jpg)
12: Extra’s.
Op mengtafels zitten vaak nog vele handige en soms zelfs onmisbare extra’s als aansluiting voor zwanenhalslampjes om de mengtafel te verlichten en mogelijkheden om 2 auxen tot een stereo-Aux te maken.
Hieronder zie je een aantal zwanenhalslampjes van het bekende rackhardwarebedrijf Littlite:
Mengtafels: zoveel knoppen, maar wat doen ze precies?
Aangezien ik zo nog niets kon vinden over dit onderwerp en het toch best wel belangrijk is heb ik besloten een stukje te schrijven over mengtafels en wat de functies zijn. Het gaat voornamelijk over mengtafels voor het mixen van bands.
![](http://www.bax-shop.nl/downloads/downloads/forum/review_daan_mengtafels/h3000-main.jpg)
Hierboven zie je een Midas Heritage 3000, een groot formaat livemengtafel.
1: Wat doet een mengtafel?
Een mengtafel voegt signalen van bijvoorbeeld microfoons of cd spelers samen tot één of meerdere "mixen". Je kan er ook het volume van de verschillende signalen mee instellen, zodat niet alles even hard klinkt.
2: Hoe is een mengtafel opgebouwd?
Een mengtafel bestaat uit een aantal kanalen en een "master module". Op een kanaal kan je een signaal binnen laten komen, bijvoorbeeld van een microfoon. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen mono- en stereo signalen en lijn- en microfoonsignalen. Een mono signaal wordt gegenereerd door een mono bron, zoals een microfoon. Een stereo signaal wordt gegenereerd door een stereo bron, zoals een CD- of MP3 speler. Elk kanaal kan naar keuze naar het "master kanaal" gestuurd worden, via een aux-weg of beide.
3: Het monokanaal.
Een monokanaal kan zoals gezegd een mono bron ontvangen en verwerken. Twee monokanalen kunnen samen als stereokanaal dienen, door het linker op het ene monokanaal aan te sluiten, en rechts op het andere. Bij een monokanaal horen over het algemeen 3 á 4 connectoren in de vorm van een XLR Female chassisdeel en 2 á 3 Jack Male chassisdelen. De XLR gaat door de microfoonvoorversterker en is dus bedoeld voor microfoonsignalen. Een van de Jacks gaat daar ook doorheen en is bedoeld voor Linesignalen. De overige Jacks zijn de Insert, een stereojack die tegelijkertijd als in- en uitgang fungeert, waardoor je met één kabel een effectapparaat (over het algemeen een compressor) in de signaalweg kan opnemen. Aan de andere kant van die kabel zitten 2 monoJacks, één uitgang en één ingang. De laatste Jack is de Direct Out, dit is zoals de naam al zegt een uitgang. Je vindt hem vaak op studiomengtafels en de betere PA tafels. Hij haalt signaal vanuit de microfoonvoorversterker, dus zowel XLR als LineJack zitten erop. Vaak gaat het signaal ook nog door de Insert voordat hij naar de Direct Out gaat. Met de Direct Out kan je bijvoorbeeld tegelijkertijd een zaalmix van een band maken op de mengtafel en via de Direct Outs van de gewenste kanalen een multitrack opname maken.
4: Het stereokanaal.
Een stereokanaal kan een stereosignaal ontvangen en verwerken. Een stereokanaal kan vaak ook als monokanaal dienen, door alleen de linker ingang te gebruiken. Meestal hebben stereokanalen in plaats van een LineJack en XLR ingang twee LineJacks, eentje voor links en een voor rechts. Bij de betere mengtafels hebben de stereokanalen 2 XLR's én 2 LineJacks. Ook stereokanalen hebben een Insert en (eventuele) Direct Out.
Stereokanalen hebben meestal een wat minder uitgebreide equalizer dan monokanalen omdat er minder ruimte is vanwege de aparte gainknoppen voor links en rechts.
Hieronder zie je een simpel schemaatje om de werking van de Insert te verduidelijken:
![](http://www.bax-shop.nl/downloads/downloads/forum/review_daan_mengtafels/Insertschemaatje.jpg)
5: De "Channelstrip".
De channelstrip is de rij met knoppen die je bij zowel mono- als stereokanalen terugvindt. De channelstrip bestaat van boven naar onder uit:
- De Gainknop (knoppen, in geval van stereokanalen), samen met de Pad, Phase en 48V (ook wel aangeduid als "Phantom power") schakelaars.
- De kanaalequalizer.
- De Auxwegen.
- De Pan knop (balance in het geval van stereokanalen) samen met de PFL en Mute schakelaars.
- De Fader en eventuele routing schakelaars.
6: De Gainknop (knoppen, in geval van stereokanalen), samen met de Pad, Phase, low-cut en 48V (ook wel aangeduid als "Phantom power") schakelaars.
De Gainknop is bedoeld om het ingangssignaal zo te versterken of verzwakken dat het ongeveer 0dB is op de meters, zodat het uitgangssignaal 0dB is als je de kanaalfader en masterfaders op 0 dB zet. Zo overstuur je niet en heb je toch zoveel mogelijk controle en een "eerlijke" weergave van het niveau als je naar de fader kijkt. Oftewel, als je fader op -10dB staat wordt er ook echt -10dB naar de geselecteerde bus(sen) gestuurd, zo zie je snel de verhoudingen.
De Padschakelaar verzwakt het ingangssignaal van +4dB naar -10dB als je hem indrukt, dit is om te zorgen dat bepaalde signalen niet veel te hard of zacht binnenkomen.
De Phaseschakelaar, of faseschakelaar verschuift de fase 180 graden, zodat als je een Snare van boven en onder microfoneert, de signalen in fase op de geselecteerde bus(sen) terecht komen, omdat ze anders elkaar uitdoven en je geen of bijna geen geluid hoort. Dit geldt voor nog een aantal microfoonopstellingen.
Met de low-cut kan je alle frequenties onder een bepaalde (vaak vaste) frequentie (meestal 100Hz) wegfilteren, zodat je geen last hebt van loopgeluiden en dergelijke in zangmicrofoons.
De 48Vschakelaar of PhantomPowerschakelaar schakelt de 48V spanning in, zodat microfoons die dat nodig hebben hun voedingsspanning krijgen. Denk hierbij aan actieve DI's, condensator- en Ribbonmicrofoons.
7: De kanaalequalizer.
Met de kanaalequalizer kan je bepaalde frequenties/toonhoogtes versterken of verzwakken om het geluid beter te laten klinken. Kanaalequalizers heb je in alle soorten en maten, van 2 bands tot 5 bands volledig parametrisch. Een band is een frequentieband, die je kan versterken of verzwakken met de gainknop, op een andere frequentie instellen met de frequentieknop en van breedte veranderen (je versterkt van +-500 tot +- 600 Hz of van +-500 tot +-1000Hz) met de Q-knop. De meeste kleine tafels hebben een 3 bands semiparametrische equalizer, dat betekent dat er 3 banden zijn (laag, mid en hoog) en dat op de midden band een frequentieparameter zit. De meeste middenmoot tafels hebben een 4 bands semiparametrische equalizer met 2 middenbanden (laag- en hoogmid) met frequentieparameter. De hele grote tafels hebben een 4- of 5bands volledig parametrische equalizer, dus met laag – laag – mid - mid - hoog mid - hoog. Alle banden hebben dan een gain, frequentie en Q/bandbreedte parameter.
8: De Auxwegen.
De Auxwegen kan je gebruiken om monitoren mee aan te sturen of om effecten op verschillende kanalen tegelijk te zetten. Een Auxweg kan Pre- of Postfader zijn, wat betekent dat het signaal voor of na de fader af wordt getapt. Het gevolg is dat bij Postfader er minder signaal naar de Auxuitgang gaat naarmate de fader lager staat, daarom wordt Postfader vaak gebruikt om signaal naar effecten te sturen, want dan wordt het effect zachter als de kanaalfader lager staat. Voor monitoren gebruik je vaak Prefader, omdat dan de stand van de fader niet uitmaakt voor het niveau van de monitor, zodat als je de fader omhoog drukt voor een solo niet in een keer de monitor keihard staat.
De Auxwegen hebben zogenaamde Auxmasters om het uiteindelijke signaal van de mix te bepalen, die zitten in de mastersectie.
9: De Pan knop (balance in het geval van stereokanalen) samen met de PFL en Mute schakelaars.
De Pan knop bepaalt of je je monosignaal naar links, rechts of ergens er tussenin stuurt. Bij een stereokanaal heet dat een balanceknop, omdat je al een stereosignaal hebt, dus je stuurt het hele signaal meer naar links of rechts, je houdt dus niet alleen links over als je helemaal naar links panned, maar zowel links als rechts wordt dan naar de linker master gestuurd.
Met de PFLschakelaar (PreFaderListening of voor-fader-luisteren) kan je het ingangssignaal beluisteren nadat het door de microfoonvoorversterker en inserts is gegaan, verder zie je het dan op je meters, zodat je het signaal met de gain op 0dB kan afregelen.
Met de Muteschakelaar kan je in één keer een heel kanaal “platleggen” of “uitzetten”, dat betekent dat er behalve door de Prefader auxen geen signaal meer naar de subgroepen of masters wordt gestuurd door het betreffende kanaal. Hierdoor kan je een microfoon uitzetten tijdens bijvoorbeeld changementen zonder dat je de faders aan hoeft te raken en de niveaus kwijt bent. Op de grotere mengtafels zitten vaak mutegroepen, waarmee je in één keer een heleboel kanalen kan muten.
10: De Fader en eventuele routing schakelaars.
Een fader is eigenlijk gewoon de lineaire versie van een draaiknop of “potmeter”. De naam potmeter is een afkorting van “potentiometer”, dit is eigenlijk een variabele weerstand, een fader is dus de lineaire versie daarvan. Hiermee kan je preciezer en soepeler de kanaalniveaus instellen dan met draaiknoppen. Faders heb je in alle soorten en maten, van 45MM DJmixer faders tot 100MM professionele faders die eventueel gemotoriseerd kunnen worden. Daartussen heb je nog de 60MM en 80MM faders. Soms worden draaiknoppen of “potmeters” ook wel gebruikt als kanaalfaders, dit gebeurt vooral op de hele kleine mengtafeltjes.
Naast de fader zie je vaak kleine knopjes, deze zijn voor de routing. Je kan daarmee het signaal naar een subgroep of de masters sturen. Vanuit een subgroep kan je je signaal naar de masters of naar een aparte uitgang sturen. Als je bijvoorbeeld 8 kanalen drums naar een subgroep stuurt kan je met één of twee faders (dat hangt er van af of je je subgroep mono of stereo gebruikt) alle 8 kanalen harder of zachter zetten of muten door middel van de subgroep muteschakelaars. Subgroepen kan je ook gebruiken om bijvoorbeeld zogenaamde “delaystacks” (aparte luidsprekers die verderop in de zaal staan om ook achterin diepe zalen geluid te krijgen) mee aan te sturen. Ook kan je ze gebruiken om opnames te maken door een opnameapparaat aan een uitgang van een subgroep te hangen.
![](http://www.bax-shop.nl/downloads/downloads/forum/review_daan_mengtafels/ZED24_Front_big.jpg)
Hierboven zie je de Allen&Heath Zed 24, je kan duidelijk de channelstrips zien, de witte faders zijn de monokanalen, de blauwe de stereokanalen en de rode de masterfaders. Ieder monokanaal heeft helemaal bovenaan een XLR ingang, een LineJack ingang en een Insert Jack. Daaronder vind je de Gainknop en 100 Hz cut-off schakelaar. Deze mengtafel heeft een 48V schakelaar die voor alle kanalen tegelijk werkt, dus als je 48V aanzet staat op alle XLR ingangen de 48V spanning. Daaronder zie je de 3 bands semi-parametrische equalizer, de zwarte knop is de frequentieparameter voor de middenband. De grijze en zwarte knoppen daaronder zijn de Auxwegen, de zwarte zijn Pre-Fader, de grijze Post. De rode knop daaronder is de Panknop, dan krijg je de Muteschakelaar, de PFLschakelaar en de kanaalfader. De stereokanalen hebben 2 gains voor de aparte ingangen en een 2 bands equalizer, daaronder ook weer de 4 Auxwegen en de balanceknop, Mute en PFL schakelaars en kanaalfader.
11: De mastersectie.
In de mastersectie vind je onder andere de masterfaders en subgroepen terug, ook de Aux masters en de meters zitten er. Verder vindt je in de mastersectie soms een zogenaamde “matrix”. De matrix bestaat uit een aantal knoppen waarmee je bepaalde bronnen kan mixen en naar een uitgang kan sturen. Meestal wordt een matrix aangeduid als 2*7 of 4*11. 2*7 betekent dat er 2 matrix uitgangen aanwezig zijn, en dat er per uitgang 7 bronnen gemixt kunnen worden, bijvoorbeeld 4 subgroepen en links, rechts en mono masters. 4*11 betekent dat er 4 matrix uitgangen zijn en dat je per uitgang 11 bronnen kan mixen, bijvoorbeeld 8 subgroepen en links, rechts en mono masters.
Ook vindt je in de mastersectie vaak een zogenaamde “talkback input” in de vorm van een XLR ingang. Daar kan je een microfoon op aansluiten en vervolgens over een Auxweg of subgroep een microfoonsignaal wegsturen, zodat je niet je keel schorschreeuwt vanuit de zaal, maar simpelweg via de monitor tegen de artiesten kan praten tijdens de soundcheck.
Hieronder zie je de mastersectie van een Yamaha IM8 mengtafel, rechtsboven zie je een 4*11 matrix, midden onder de 8 subgroepen (de grijze faders), in het midden de Auxmasters (de blauwe 60MM faders) en links 4 stereokanalen. Rechtsonder zie je masters, 2* rood voor links en rechts en 1* geel voor mono.
![](http://www.bax-shop.nl/downloads/downloads/forum/review_daan_mengtafels/yamaha-im8-master-section.jpg)
Hieronder zie je een schematische tekening van de werking van de matrix:
Kanaal 1 en 2 gaan naar subgroep 1&2. Subgroep 1&2 gaan naar links en rechts, maar je wilt subgroep 1&2 ook opnemen. Alle auxen zitten al vol met effecten en monitorgroepen, en je hebt geen subgroepen meer over om nog te gebruiken voor die opname. Dan gebruik je de matrix. Op de matrix kan je in dit geval de masters (L&R+Mono) en de subgroepen (1 t/m 8) mixen. Je gebruikt matrix 1 voor links en matrix 2 voor rechts. Je zet op die matrixen alleen subgroep 1 of 2.
![](http://www.bax-shop.nl/downloads/downloads/forum/review_daan_mengtafels/MatriXschemaatje.jpg)
12: Extra’s.
Op mengtafels zitten vaak nog vele handige en soms zelfs onmisbare extra’s als aansluiting voor zwanenhalslampjes om de mengtafel te verlichten en mogelijkheden om 2 auxen tot een stereo-Aux te maken.
Hieronder zie je een aantal zwanenhalslampjes van het bekende rackhardwarebedrijf Littlite:
![](http://www.bax-shop.nl/downloads/downloads/forum/review_daan_mengtafels/littlite.jpg)
Comment