De 'stroomvoorziening' van de drive-in .
Veel vragen op dit forum gaan de stroomvoorziening van de drive-in, pa of lichtinstallatie.
Omdat ik vaak lees dat mensen worstelen met dit probleem probeer ik hier een beetje meer duidelijkheid in te brengen door een en ander te verduidelijken.
Om te beginnen zal ik de vaak (verkeerd) gebruikte termen eens op een rijtje zetten;
1 Spanning.
Spanning is het voltage dat op de wancontactdoos ( stopcontact)aangesloten is. In Nederland is dat 230Volt tussen een fase en de nulleider, en 400Volt tussen de fasen onderling.
2 Stroom.
Stroom is de maximale belasting die door een licht of krachtgroep geleverd kan worden en dat wordt uitgedrukt in Ampère. Met de 'opgenomen stroom' wordt de specifieke stroom bedoelt die een apparaat opneemt uit het lichtnet. Meestal heeft een standaard wandcontactdoos een voorbeveiliging van 16 Ampère en kan dus een continue stroom leveren van maximaal 16A .
3 Vermogen.
Vermogen is de hoeveelheid energie dat door een apparaat wordt opgenomen uit het net. Vermogen wordt uitgedrukt in Watt. Het opgenomen vermogen is bepaald door de spanning en de stroom.
Om te bepalen wat voor stroom er 'loopt' of te weten welk vermogen er wordt opgenomen is er een simpele rekensom.
P = I x U
P = het vermogen in Watt
I = de stroom die een apparaat opneemt.
U = de spanning waarop een apparaat is aangesloten.
Een lamp van 1000W aangesloten op 230V neemt dan 4,3A op uit het net. (1000/240= 4.3)
Nog een voorbeeld.
Veel vragen worden gesteld over het maximale vermogen wat je op een dimmerbalk T4 mag aansluiten. Dat is eigenlijk heel simpel, per kanaal mag je er 1000 W aanhangen.
Maar..Als je dan gaat rekenen: 4 x 1000W = 4000W/230 = 17.39 Ampère! Aangezien de zwaarste lichtgroep met maximaal 16 Ampère afgezekerd mag worden, kom je te kort! Het aansluitsnoer en de interne bedrading zijn helemaal berekend voor een maximale stroom van 16 Ampère. (En dat staat er ook op vermeld)
De glaszekeringen die in zo een balk zitten zijn 6.3 Ampère, als je dat maal 4 doet kom je op 25.5 Ampère! Dat trekt geen enkele lichtgroep, bovendien zou de bedrading in de brand gaan vliegen als gevolg van overbelasting.
De waarde van die zekeringen is zo hoog, omdat koude lampen een hoge inschakelstroom hebben. 1000W heeft immers maar 4.3 Ampère nodig!
Daarom, belast een dimmer T4 nooit de volle 100% want dan krijg je problemen. Persoonlijk zou ik nooit meer dan 500W of 600W per kanaal aan een dimmer T4 hangen. Op die manier heb je op de groep waar de balk aangesloten is nog wat overcapaciteit om startstromen en dergelijke te compenseren.
Verderop in dit verhaal worden de diverse termen nader uitgelegd.
4 Groepsbelasting.
Met groepsbelasting bedoel ik de totale belasting die op een groep zit. Dat wil zeggen, is het alleen de wandcontactdoos waar jou installatie opgaat, of heeft de kroegbaas er ook nog een koffiezetapparaat of iets anders ingestekkerd zitten?
Als dat zo is, beperkt dat natuurlijk de maximale vermogensafname van die wandcontactdoos!
Als ik er van uit ga dat de desbetreffende groep waarop de wandcontactdoos is aangesloten is beveiligd met 16 Ampère, dan kan je daar 3600Watt inpluggen. Als daar nog eens een koffiezetter van 2000Watt afgaat, houd je dus maar 1600Watt over voor je apparatuur! Dat is niet genoeg voor een beetje drive-in.
5 Inschakelstromen.
Houd met het aansluiten van je installatie rekening met inschakelpieken / opstartstromen van geluid en lichtapparatuur.
Als een versterker constant flinke subs aan moet sturen, vraagt deze een flinke (vaak pulserende) stroom. Ook verlichting heeft vaak grote opstartstromen nodig, vooral als de (bijvoorbeeld ) par lampen nog koud zijn. Denk ook eens aan de populaire "Full On" functie op veel lichttafels! Dan heeft de zekering het even benauwd hoor!
Zorg er daarom voor dat je altijd een redelijke overcapaciteit hebt in je aansluiting, ga bijvoorbeeld niet verder dan 3000Watt op een 16 Ampère groep. Op die manier ben je verzekerd van een stabiele en goede spanningsvoorziening. Bovendien heb of krijg je geen problemen als gevolg van inschakelpieken en opstartstromen.
In de praktijk.
Aansluiting een gewone wandcontactdoos.
Meestal is deze (lichtgroep)afgezekerd met 16A, dat wil zeggen dat je er maximaal 3600W in kan stekkeren. (230x16=3600) Hierbij moet je nog wel rekening houden met hierboven omschreven groepsbelasting en inschakelstromen!
Aansluiting een krachtgroep.
Als er op locatie een krachtaansluiting zit is het helemaal mooi. Als ik er even van uit ga dat deze is afgezekerd met 3 x 16 Ampère (straks heb ik het nog over de zwaardere krachtgroepen), kan je er dus 3x zo veel vermogen instekkeren als op 1 lichtgroep! Ook hiermee moet je weer rekening houden met hierboven omschreven groepsbelasting en inschakelstromen!
Nu heeft je installatie natuurlijk alleen een stekker die in een normale wandcontactdoos past en geen krachtstekker.
Buiten dat, komen krachtstekkers ook in verschillende vormen voor.
- Je hebt Cee-Form 4-polig (3 fasen met aarde), voor ons niet bruikbaar omdat er geen nulleider in zit.
- Je hebt Cee-Form 5-polig (3 fasen met nul en aarde), voor ons doel geschikt.
- Je hebt Perilex (5 polig), vaak in keukens gebruikt en soms ook geschikt voor ons gebruik. Of dat zo is, is afhankelijk van het soort groep waarmee deze is afgezekerd. Dat kan een 3-fase groep zijn, maar ook een 2x 230Volt groep. Die laatste is voor ons niet zo handig als de 3-fase groep.
Om je installatie aan te kunnen sluiten op een krachtgroep heb je een verdeelblok nodig.
Dit is een verdelertje met als stekker een 16 Ampère 5 polige Cee-Form die met een kabel van 5 x 2,5 mm2 is aangesloten op het verdelertje. Aan het verdelertje kan je weer inpluggen met de normale stekkers. (shuko's , wat weer een afkorting is voor het Duitse schutzkontakt ofwel een wandcontactdoos met aarde)
Ook is het verdelertje voorzien van 3 automatische beveiligingen van 16 Ampère, waarmee de afgaande wandcontactdozen zijn beveiligd. Of dat in dit geval nut heeft valt te betwijfelen in verband met de selectiviteit, maar daar ga ik het straks nog even over hebben.
Voor de zwaardere krachtgroepen is er een andere verdeler. Dit is eigenlijk hetzelfde verdelertje als hierboven, maar heeft een 32 Ampère stekker met een kabel van 5 x 6 mm2.
Als je de mogelijkheid hebt om een 32 Ampère krachtaansluiting te gebruiken, is deze verdeler de juiste. Ook in verband met de selectiviteit is deze combinatie beter.
Selectiviteit.
Stel, je hebt een krachtaansluiting met een voorbeveiliging van 3 x 16 Ampère en je plugt daar een verdeler in die beveiligd is op 3 x 16 Ampère.
Je kunt dan te maken krijgen met selectiviteit problemen. Wat daarmee bedoeld wordt is het volgende.
Je krachtgroep is beveiligd met 16 Ampère zekeringen of een 16 Ampère automaat en je verdelertje beveiligd de wandcontactdozen óók met automaatjes 16 Ampère. In het geval van een overbelasting of kortsluiting spreekt de beveiliging aan, maar welke?
Een 16 Ampère automaat zoals in je verdelertje is niet selectief ten opzichte van de zekeringen of automaat in de groepenkast. Het kan dus zijn dat in je verdelertje de automaat uitschakelt, maar ook de zekering of automaat in de groepenkast en soms zelfs beide! Dat kán vervelend zijn, want dan moet je alles nalopen om te kijken welke beveiliging er 'uit ligt'.
Bij de andere verdeler is de selectiviteit beter, je gaat er met 32 voorbeveiliging in en komt er met 16 Ampère weer uit. (ik ga er in dit geval van uit dat de 32 Ampère groep ook daadwerkelijk met minimaal 25 Ampère is afgezekerd)
In geval van overbelasting of kortsluiting zal normaal gesproken de automaat in je verdelertje uitgaan, en niet die in de groepenkast. Dat maakt het zoeken van de storing een stuk eenvoudiger!
Op de verdelers met aardfoutschakelaars ga ik niet te diep in. Ook hier speelt het verhaal van de selectiviteit een rol, maar niet alleen met de automaten. Ook bij aardfoutschakelaars is selectiviteit belangrijk, een 30Ma aardfoutschakelaar is niet selectief ten opzichte van een andere 30Ma aardfoutschakelaar. Een 300Ma of 500Ma aardfoutschakelaar in de groepenkast is weer wél selectief ten opzichte van een 30Ma aardfoutschakelaar in je verdelertje. In die configuratie zal indien er een aardfout is de aardfoutschakelaar in je verdelertje sneller aanspreken dan die in de groepenkast.
Dan nog een veelvoorkomende vraag, mag je zonder meer een verloop maken van 63 Ampère naar 16 Ampère? Of van 32 naar 16 Ampère, of van een krachtgroep naar 230 Volt?
Het antwoord is eigenlijk simpel. Zolang je van een lage stroom naar een hoge stroom gaat, is dat geen probleem. Dus een stekker van 16 Ampère met een stukje kabel verbinden aan een 32 Ampère contrastekker is gewoon goed. Wel de juiste draaddikte gebruiken natuurlijk, maar daar kom ik later op terug.
Ook een verloop van Perilex naar 16 Ampère Cee-Form is gewoon goed, deze zijn beiden 16 Ampère.
Maar op het moment dat je een verloop wil van bijvoorbeeld 32 Ampère naar 16 Ampère, moet je oppassen!
Je kunt daardoor 32 Ampère door een contrastekker (en kabel) sturen die daarvoor niet geschikt is! Je moet als je dit soort verloopjes wil maken de kabel voorbeveiligen met een automaat van 16 Ampère, zo dat je de kabel niet kan overbelasten. Dus je gaat vanuit je 32 Ampère groep met een voor 32 Ampère geschikte kabel en stekker naar een kastje met daarin een automaat van 16 Ampère, en van daaruit ga je weer met een 16 Ampère contrastekker weg naar je installatie.
Je kunt op die manier nooit je kabel of stekkermateriaal overbelasten .
Dus een verloop van laag naar hoog is geen probleem, maar van hoog naar laag moet je voorbeveiligen.
Draaddikten.
De draaddikten die je gebruikt is ook nog een belangrijk punt. Als je een te hoge stroom door een te dunne kabel stuurt krijg je oververhitting met vaak brand of op zijn minst kortsluiting tot gevolg.
Vandaar dat het belangrijk is de juiste kabel met de juiste draaddikte te kiezen.
Voor een 16 Ampère aansluiting is 1,5mm2 genoeg, maar ga je daar 25 Ampère doorheen sturen, dan is de kabel weer te dun met alle gevolgen van dien!
Een lijstje voor draaddikten is daarom wel handig:
0 t/m 10 Ampère 1 mm2
10 t/m 16 Ampère 1.5 mm2
16 t/m 25 Ampère 2.5 mm2
25 t/m 32 Ampère 4 mm2
40 Ampère 6 mm2
40 t/m 63 Ampère 10 mm2
63 t/m 100 Ampère 16 mm2
100 t/m 125 Ampère 25 mm2
125 t/m 160 Ampère 35 mm2
Bij het gebruik van lange kabels (langer dan 25 meter) is het raadzaam om de draaddikte 1 trap hoger te kiezen om spanningsverliezen over de kabel te compenseren. (dus in plaats van 2.5 mm2 kies je dan een 4 mm2) Dit is meestal voldoende tot 50 meter, daarboven moet de juiste dikte berekend worden.
Door de spanningsverliezen kan je apparatuur die je gebruikt schade oplopen als gevolg van onderspanning.
Let wel op! Elektriciteit is en blijft gevaarlijk als je niet weet wat je doet!
Vertrouw je het niet of begrijp je niet hoe een en ander aangesloten moet worden, laat het dan door een installateur of gediplomeerd elektromonteur doen.
Loop geen risico!
Ondergetekende is niet aansprakelijk voor ongevallen en schade die ontstaan als gevolg van onjuiste interpretatie van dit artikel.
Groeten, John.
Veel vragen op dit forum gaan de stroomvoorziening van de drive-in, pa of lichtinstallatie.
Omdat ik vaak lees dat mensen worstelen met dit probleem probeer ik hier een beetje meer duidelijkheid in te brengen door een en ander te verduidelijken.
Om te beginnen zal ik de vaak (verkeerd) gebruikte termen eens op een rijtje zetten;
1 Spanning.
Spanning is het voltage dat op de wancontactdoos ( stopcontact)aangesloten is. In Nederland is dat 230Volt tussen een fase en de nulleider, en 400Volt tussen de fasen onderling.
2 Stroom.
Stroom is de maximale belasting die door een licht of krachtgroep geleverd kan worden en dat wordt uitgedrukt in Ampère. Met de 'opgenomen stroom' wordt de specifieke stroom bedoelt die een apparaat opneemt uit het lichtnet. Meestal heeft een standaard wandcontactdoos een voorbeveiliging van 16 Ampère en kan dus een continue stroom leveren van maximaal 16A .
3 Vermogen.
Vermogen is de hoeveelheid energie dat door een apparaat wordt opgenomen uit het net. Vermogen wordt uitgedrukt in Watt. Het opgenomen vermogen is bepaald door de spanning en de stroom.
Om te bepalen wat voor stroom er 'loopt' of te weten welk vermogen er wordt opgenomen is er een simpele rekensom.
P = I x U
P = het vermogen in Watt
I = de stroom die een apparaat opneemt.
U = de spanning waarop een apparaat is aangesloten.
Een lamp van 1000W aangesloten op 230V neemt dan 4,3A op uit het net. (1000/240= 4.3)
Nog een voorbeeld.
Veel vragen worden gesteld over het maximale vermogen wat je op een dimmerbalk T4 mag aansluiten. Dat is eigenlijk heel simpel, per kanaal mag je er 1000 W aanhangen.
Maar..Als je dan gaat rekenen: 4 x 1000W = 4000W/230 = 17.39 Ampère! Aangezien de zwaarste lichtgroep met maximaal 16 Ampère afgezekerd mag worden, kom je te kort! Het aansluitsnoer en de interne bedrading zijn helemaal berekend voor een maximale stroom van 16 Ampère. (En dat staat er ook op vermeld)
De glaszekeringen die in zo een balk zitten zijn 6.3 Ampère, als je dat maal 4 doet kom je op 25.5 Ampère! Dat trekt geen enkele lichtgroep, bovendien zou de bedrading in de brand gaan vliegen als gevolg van overbelasting.
De waarde van die zekeringen is zo hoog, omdat koude lampen een hoge inschakelstroom hebben. 1000W heeft immers maar 4.3 Ampère nodig!
Daarom, belast een dimmer T4 nooit de volle 100% want dan krijg je problemen. Persoonlijk zou ik nooit meer dan 500W of 600W per kanaal aan een dimmer T4 hangen. Op die manier heb je op de groep waar de balk aangesloten is nog wat overcapaciteit om startstromen en dergelijke te compenseren.
Verderop in dit verhaal worden de diverse termen nader uitgelegd.
4 Groepsbelasting.
Met groepsbelasting bedoel ik de totale belasting die op een groep zit. Dat wil zeggen, is het alleen de wandcontactdoos waar jou installatie opgaat, of heeft de kroegbaas er ook nog een koffiezetapparaat of iets anders ingestekkerd zitten?
Als dat zo is, beperkt dat natuurlijk de maximale vermogensafname van die wandcontactdoos!
Als ik er van uit ga dat de desbetreffende groep waarop de wandcontactdoos is aangesloten is beveiligd met 16 Ampère, dan kan je daar 3600Watt inpluggen. Als daar nog eens een koffiezetter van 2000Watt afgaat, houd je dus maar 1600Watt over voor je apparatuur! Dat is niet genoeg voor een beetje drive-in.
5 Inschakelstromen.
Houd met het aansluiten van je installatie rekening met inschakelpieken / opstartstromen van geluid en lichtapparatuur.
Als een versterker constant flinke subs aan moet sturen, vraagt deze een flinke (vaak pulserende) stroom. Ook verlichting heeft vaak grote opstartstromen nodig, vooral als de (bijvoorbeeld ) par lampen nog koud zijn. Denk ook eens aan de populaire "Full On" functie op veel lichttafels! Dan heeft de zekering het even benauwd hoor!
Zorg er daarom voor dat je altijd een redelijke overcapaciteit hebt in je aansluiting, ga bijvoorbeeld niet verder dan 3000Watt op een 16 Ampère groep. Op die manier ben je verzekerd van een stabiele en goede spanningsvoorziening. Bovendien heb of krijg je geen problemen als gevolg van inschakelpieken en opstartstromen.
In de praktijk.
Aansluiting een gewone wandcontactdoos.
Meestal is deze (lichtgroep)afgezekerd met 16A, dat wil zeggen dat je er maximaal 3600W in kan stekkeren. (230x16=3600) Hierbij moet je nog wel rekening houden met hierboven omschreven groepsbelasting en inschakelstromen!
Aansluiting een krachtgroep.
Als er op locatie een krachtaansluiting zit is het helemaal mooi. Als ik er even van uit ga dat deze is afgezekerd met 3 x 16 Ampère (straks heb ik het nog over de zwaardere krachtgroepen), kan je er dus 3x zo veel vermogen instekkeren als op 1 lichtgroep! Ook hiermee moet je weer rekening houden met hierboven omschreven groepsbelasting en inschakelstromen!
Nu heeft je installatie natuurlijk alleen een stekker die in een normale wandcontactdoos past en geen krachtstekker.
Buiten dat, komen krachtstekkers ook in verschillende vormen voor.
- Je hebt Cee-Form 4-polig (3 fasen met aarde), voor ons niet bruikbaar omdat er geen nulleider in zit.
- Je hebt Cee-Form 5-polig (3 fasen met nul en aarde), voor ons doel geschikt.
- Je hebt Perilex (5 polig), vaak in keukens gebruikt en soms ook geschikt voor ons gebruik. Of dat zo is, is afhankelijk van het soort groep waarmee deze is afgezekerd. Dat kan een 3-fase groep zijn, maar ook een 2x 230Volt groep. Die laatste is voor ons niet zo handig als de 3-fase groep.
Om je installatie aan te kunnen sluiten op een krachtgroep heb je een verdeelblok nodig.
Dit is een verdelertje met als stekker een 16 Ampère 5 polige Cee-Form die met een kabel van 5 x 2,5 mm2 is aangesloten op het verdelertje. Aan het verdelertje kan je weer inpluggen met de normale stekkers. (shuko's , wat weer een afkorting is voor het Duitse schutzkontakt ofwel een wandcontactdoos met aarde)
Ook is het verdelertje voorzien van 3 automatische beveiligingen van 16 Ampère, waarmee de afgaande wandcontactdozen zijn beveiligd. Of dat in dit geval nut heeft valt te betwijfelen in verband met de selectiviteit, maar daar ga ik het straks nog even over hebben.
Voor de zwaardere krachtgroepen is er een andere verdeler. Dit is eigenlijk hetzelfde verdelertje als hierboven, maar heeft een 32 Ampère stekker met een kabel van 5 x 6 mm2.
Als je de mogelijkheid hebt om een 32 Ampère krachtaansluiting te gebruiken, is deze verdeler de juiste. Ook in verband met de selectiviteit is deze combinatie beter.
Selectiviteit.
Stel, je hebt een krachtaansluiting met een voorbeveiliging van 3 x 16 Ampère en je plugt daar een verdeler in die beveiligd is op 3 x 16 Ampère.
Je kunt dan te maken krijgen met selectiviteit problemen. Wat daarmee bedoeld wordt is het volgende.
Je krachtgroep is beveiligd met 16 Ampère zekeringen of een 16 Ampère automaat en je verdelertje beveiligd de wandcontactdozen óók met automaatjes 16 Ampère. In het geval van een overbelasting of kortsluiting spreekt de beveiliging aan, maar welke?
Een 16 Ampère automaat zoals in je verdelertje is niet selectief ten opzichte van de zekeringen of automaat in de groepenkast. Het kan dus zijn dat in je verdelertje de automaat uitschakelt, maar ook de zekering of automaat in de groepenkast en soms zelfs beide! Dat kán vervelend zijn, want dan moet je alles nalopen om te kijken welke beveiliging er 'uit ligt'.
Bij de andere verdeler is de selectiviteit beter, je gaat er met 32 voorbeveiliging in en komt er met 16 Ampère weer uit. (ik ga er in dit geval van uit dat de 32 Ampère groep ook daadwerkelijk met minimaal 25 Ampère is afgezekerd)
In geval van overbelasting of kortsluiting zal normaal gesproken de automaat in je verdelertje uitgaan, en niet die in de groepenkast. Dat maakt het zoeken van de storing een stuk eenvoudiger!
Op de verdelers met aardfoutschakelaars ga ik niet te diep in. Ook hier speelt het verhaal van de selectiviteit een rol, maar niet alleen met de automaten. Ook bij aardfoutschakelaars is selectiviteit belangrijk, een 30Ma aardfoutschakelaar is niet selectief ten opzichte van een andere 30Ma aardfoutschakelaar. Een 300Ma of 500Ma aardfoutschakelaar in de groepenkast is weer wél selectief ten opzichte van een 30Ma aardfoutschakelaar in je verdelertje. In die configuratie zal indien er een aardfout is de aardfoutschakelaar in je verdelertje sneller aanspreken dan die in de groepenkast.
Dan nog een veelvoorkomende vraag, mag je zonder meer een verloop maken van 63 Ampère naar 16 Ampère? Of van 32 naar 16 Ampère, of van een krachtgroep naar 230 Volt?
Het antwoord is eigenlijk simpel. Zolang je van een lage stroom naar een hoge stroom gaat, is dat geen probleem. Dus een stekker van 16 Ampère met een stukje kabel verbinden aan een 32 Ampère contrastekker is gewoon goed. Wel de juiste draaddikte gebruiken natuurlijk, maar daar kom ik later op terug.
Ook een verloop van Perilex naar 16 Ampère Cee-Form is gewoon goed, deze zijn beiden 16 Ampère.
Maar op het moment dat je een verloop wil van bijvoorbeeld 32 Ampère naar 16 Ampère, moet je oppassen!
Je kunt daardoor 32 Ampère door een contrastekker (en kabel) sturen die daarvoor niet geschikt is! Je moet als je dit soort verloopjes wil maken de kabel voorbeveiligen met een automaat van 16 Ampère, zo dat je de kabel niet kan overbelasten. Dus je gaat vanuit je 32 Ampère groep met een voor 32 Ampère geschikte kabel en stekker naar een kastje met daarin een automaat van 16 Ampère, en van daaruit ga je weer met een 16 Ampère contrastekker weg naar je installatie.
Je kunt op die manier nooit je kabel of stekkermateriaal overbelasten .
Dus een verloop van laag naar hoog is geen probleem, maar van hoog naar laag moet je voorbeveiligen.
Draaddikten.
De draaddikten die je gebruikt is ook nog een belangrijk punt. Als je een te hoge stroom door een te dunne kabel stuurt krijg je oververhitting met vaak brand of op zijn minst kortsluiting tot gevolg.
Vandaar dat het belangrijk is de juiste kabel met de juiste draaddikte te kiezen.
Voor een 16 Ampère aansluiting is 1,5mm2 genoeg, maar ga je daar 25 Ampère doorheen sturen, dan is de kabel weer te dun met alle gevolgen van dien!
Een lijstje voor draaddikten is daarom wel handig:
0 t/m 10 Ampère 1 mm2
10 t/m 16 Ampère 1.5 mm2
16 t/m 25 Ampère 2.5 mm2
25 t/m 32 Ampère 4 mm2
40 Ampère 6 mm2
40 t/m 63 Ampère 10 mm2
63 t/m 100 Ampère 16 mm2
100 t/m 125 Ampère 25 mm2
125 t/m 160 Ampère 35 mm2
Bij het gebruik van lange kabels (langer dan 25 meter) is het raadzaam om de draaddikte 1 trap hoger te kiezen om spanningsverliezen over de kabel te compenseren. (dus in plaats van 2.5 mm2 kies je dan een 4 mm2) Dit is meestal voldoende tot 50 meter, daarboven moet de juiste dikte berekend worden.
Door de spanningsverliezen kan je apparatuur die je gebruikt schade oplopen als gevolg van onderspanning.
Let wel op! Elektriciteit is en blijft gevaarlijk als je niet weet wat je doet!
Vertrouw je het niet of begrijp je niet hoe een en ander aangesloten moet worden, laat het dan door een installateur of gediplomeerd elektromonteur doen.
Loop geen risico!
Ondergetekende is niet aansprakelijk voor ongevallen en schade die ontstaan als gevolg van onjuiste interpretatie van dit artikel.
Groeten, John.
Comment