Studiomonitors, je ziet ze in vrijwel elke home-studio en professionele studio. Het is dus niet vreemd dat er enorm veel verschillende monitor-speakers zijn op de markt. Op deze adviespagina helpen we je kiezen met de antwoorden op de meestgestelde vragen. Staat je vraag er niet bij? Neem gerust contact met ons op.
Snel de juiste studiomonitors vinden?
Gebruik onze Keuzehulp
Druk op de knop 'Start Keuzehulp' en beantwoord enkele vragen. Daarna zie je overzichtelijk de monitorspeakers die bij je passen. Soort, formaat, aansluitingen, budget. Ah, die moet ik hebben. Nog even nadenken? Dan e-mailen we de resultaten naar je.
Of lees hieronder verder voor meer informatie over studiomonitor-speakers.
1. Waar gebruik je studiomonitors voor?
Studiomonitors zijn speakers die een neutraler geluid hebben dan gewone speakers. Ze zijn dus niet gemaakt om bijvoorbeeld warm, scherp, rond of vet te klinken. Want als je zelf muziek mixt, is een ongekleurd geluid belangrijk. Klinkt het via je studiomonitor-speakers goed? Dan klinkt het op andere geluidsinstallaties waarschijnlijk óók zoals je het bedoeld hebt.
2. Kun je studiomonitors ook als gewone speakers gebruiken?
Ja, alleen zal niet iedereen het neutrale geluid kunnen waarderen. Je kunt ze gewoon aansluiten op bijvoorbeeld je tv of op je computer. De meeste studiomonitoren zijn actief dus je hebt geen losse versterker nodig. Ga je niet mixen, maar zoek je gewoon een goede, betaalbare set speakers? Dan is de categorie 'Home audio speakers' de aangewezen plek voor jou.
Het verschil: bij passieve monitors heb je een versterker nodig, bij actieve is de versterker al ingebouwd. Actieve monitors zijn het meest gebruikelijk. Hiermee zit je eigenlijk altijd goed.
Fabrikanten geven de maat van studio-luidsprekers aan in inches. Dit is het inch-formaat van de woofer. Hoe groter de woofer, hoe meer geluidsdruk je krijgt en hoe dieper de bas gaat. Grote woofers betekent meestal ook dat je meer afstand moet nemen tot de speakers om een goede blend te krijgen tussen de tweeter en de woofer. Ons advies: kies een woofergrootte van 4.5 tot 6.5 inch voor een luisterafstand tot één meter. Vanaf een luisterafstand van meer dan één meter worden ook 7 en 8 inch woofers interessant.
Gebruik je een subwoofer, dan kan je monitorset makkelijker heel lage tonen maken. Dit is een goede oplossing als je dicht bij je speakers zit en grote woofers dus geen optie zijn (zie vraag 4).
Of je een subwoofer nodig hebt, hangt ook af van het soort muziek waar je je mee bezighoudt. In filmmuziek, hiphop en dance-muziek spelen extreem lage tonen een belangrijke rol, maar in bijvoorbeeld rock veel minder.
6. Hoe sluit ik de monitorspeakers aan? XLR, jack, RCA, USB?
Meestal worden kabels niet meegeleverd, dus let even op welke je mee moet bestellen. De aansluitingen op monitorspeakers kunnen verschillen.
Doe meteen onze Keuzehulp Studiomonitors aansluiten of lees verder.
XLR: Gebalanceerd, dus je hebt geen last hebt van storingen bij lange kabels. Dit heeft alleen zin als je mixer of geluidskaart én je kabels ook zulke aansluitingen hebben. 6.3 mm jack: Meestal is dit een TRS-ingang. Dat is gebalanceerd, net als XLR. De kabel moet een TRS-plug hebben (hetzelfde als een stereo-plug). Een TS-kabel mag ook (mono-kabel), maar dan is het signaal niet gebalanceerd. RCA ('tulp'): Ongebalanceerd, wat bij kortere kabels meestal geen probleem is. Apparaten zoals DJ-mixers en hifi-apparatuur hebben vaak dit type uitgangen. 3.5 mm stereo-jack: Ongebalanceerd. Om een apparaat met mini-jack-uitgang op aan te sluiten, zoals een laptop of smartphone. USB: Handig als je geen losse audio interface hebt, want het geluid van een gewone computer-uitgang is meestal niet erg goed. Dan kun je het beter direct, digitaal via de USB-poort van je computer naar de speakers sturen. Gebalanceerd of ongebalanceerd is hier niet belangrijk, omdat het signaal digitaal is.
Een 2-weg studiomonitor heeft twee drivers: een tweeter voor de hoge tonen en een woofer die het midden en laag voor zijn rekening neemt. Zowel beginnende als gevorderde gebruikers hebben hier doorgaans genoeg aan.
3-weg studiomonitors hebben drie drivers, een tweeter voor het hoog, een midrange driver voor het midden en een woofer voor het laag. Het geluidsspectrum wordt hier dus in drie stukken verdeeld in plaats van twee. Daardoor nemen de drivers een kleiner deel voor hun rekening en dat zorgt voor een helderder geluid.
Audio interface: Een interface biedt merkbaar hogere geluidskwaliteit dan de audio-uitgang van je computer. Bij low-budget speakers kun je hem eventueel weglaten. Audiokabels: zie vraag 6. Statieven: Studiomonitors staan bij voorkeur op oorhoogte. Daarvoor kun je statieven gebruiken. Isolatie: Dit gebruik je om te voorkomen dat je bureau mee gaat trillen met het geluid van de monitors.
De meeste studiomonitoren hebben een ‘bass reflex port’. Dit is een gat in de behuizing dat ervoor zorgt dat de speaker kan ‘ademen’ als de woofer beweegt. Bij kleine speakers zit deze poort meestal aan de achterkant, omdat er aan de voorkant geen ruimte is.
Speakers met een poort aan de achterkant kun je niet dicht tegen de achtermuur zetten, omdat het geluid anders gaat dreunen. Voor kleine ruimtes raden we daarom aan om speakers te kopen met een poort aan de voorkant.
Er zijn ook speakers zonder bass reflex port. Zulke gesloten speakers klinken op het eerste gehoor minder indrukwekkend in de lage tonen, maar deze frequenties klinken wel accurater.
Snel de juiste studiomonitors vinden?
Gebruik onze Keuzehulp
Druk op de knop 'Start Keuzehulp' en beantwoord enkele vragen. Daarna zie je overzichtelijk de monitorspeakers die bij je passen. Soort, formaat, aansluitingen, budget. Ah, die moet ik hebben. Nog even nadenken? Dan e-mailen we de resultaten naar je.
.jpg)
