Een trompettist drukt zijn lippen tegen het trompet mondstuk waar, door de liptrillingen, de klank begint. Deze wordt vervolgens sterker gemaakt, verder gekleurd en verlaagd of verhoogd door de rest van de trompet. Een alternatief mondstuk heeft een duidelijke invloed op de klank en speelbaarheid. Zo passen bepaalde mondstukken goed bij jazz, terwijl andere zich meer lenen voor klassieke muziek. Ook is er een verschil tussen mondstukken voor beginnende spelers en gevorderden.