Een grootmembraan-condensatormicrofoon is een uitstekende all-round microfoon voor in de studio en in mindere mate ook voor op het podium. Deze microfoons zijn erg gevoelig en hebben over het algemeen een neutrale klank maar zonder steriel te klinken. Ze worden ingezet voor de meest uiteenlopende instrumenten, van akoestische gitaar tot zang.
De werking van condensator-studio-microfoons
De basis van een condensator-microfoon bestaat uit een flinterdun membraan en een metalen achterplaat die op zeer korte afstand van elkaar zijn gemonteerd. Door ze allebei te voorzien van een elektrische lading vormen ze samen een condensator. Dit is een elektronische component die een elektrische lading kan opslaan. Het membraan is zo dun dat het door trillingen in de lucht, oftewel geluidsgolven, in beweging gebracht kan worden. Hierdoor verandert de afstand tussen het membraan en de achterplaat en daarmee de capaciteit van de condensator. Op deze manier zet een condensatormicrofoon audio om in elektriciteit.
Verschillende soorten condensatormicrofoons: grootmembraan en kleinmembraan
Een grootmembraan condensator-microfoon heeft een hogere output en daarmee een gunstiger signaal-ruisverhouding dan een kleinmembraan-equivalent. Grootmembraan condensatormicrofoons zijn wel minder accuraat en minder gedetailleerd. Dat is volgens velen ook juist de charme. Je kunt deze nadelen namelijk ook lezen als: grootmembraan condensatormicrofoons klinken voller en groter, en pieken worden een beetje afgerond. Maar als je op zoek bent naar een natuurgetrouwe microfoon met veel detail, dan is een kleinmembraan condensatormicrofoon een betere keuze. Zie ook de rest van ons Microfoon-assortiment.
Condenser-microfoons aansluiten: fantoomvoeding en versterker
Condensatormicrofoons hebben stroom nodig. Allereerst om het membraan en de achterplaat van een lading te voorzien, maar ook om ervoor te zorgen dat de microfoon voldoende output heeft om het signaal via een kabel naar je mixer of audio interface te transporteren. Deze stroom krijgen de meeste condensatormicrofoons via de microfoonkabel van het audio-apparaat waar je ze op aansluit. Dit heet fantoomvoeding. Zorg er altijd voor dat de fantoomvoeding is uitgeschakeld voordat je een microfoon op je apparaat aansluit. Daarna zet je hem pas aan. Ook als je de microfoon wilt uitpluggen, schakel je eerst de fantoomvoeding uit.
Meer dan alleen cardioïde
Condensatormicrofoons zijn verkrijgbaar met verschillende richtingskarakteristieken. Cardioïde is veruit de meest voorkomende, maar we hebben ook condensatormicrofoons met omnidirectionele en figure-8 richtingskarakteristieken. Sommige grootmembraan condensatormicrofoons hebben een dubbel membraan. Bij deze microfoons kun je met een schakelaartje de richtingskarakteristiek veranderen. Bij kleinmembraan condensatormicrofoons is zo'n schakelaartje vrij zeldzaam. Wel bestaan er kleinmembraan condensatormicrofoons met een verwisselbare capsule. In dit geval kun je er een kop met een andere richtingskarakteristiek op draaien.
Veelgestelde vragen over grootmembraan condensatormicrofoons
Hoe sluit ik een condensator-microfoon aan?
Net zoals bij de meeste andere microfoons gebruik je een XLR-kabel. Zorg datde fantoomvoeding uitstaat en de gain helemaal dicht, plug de kabel in de microfoon en in de input van je apparaat, schakel de fantoomvoeding in en draai de gain open. Uitpluggen doe je in omgekeerde volgorde.
Hoe werkt een XLR condensator-microfoon?
Het membraan en de achterplaat van een grootmembraan condensatormicrofoon vormen samen een 'condensator'. Die kan tijdelijk stroom opslaan. De afstand tussen membraan en achterplaat bepaalt de capaciteit. Als het membraan door geluid in trilling wordt gebracht fluctueert de capaciteit, waardoor het geluid wordt omgezet in een elektrisch signaal.